Een blonde toeriste uit Epe,
haar fiets aan de hand, had begrepen,
ze zouden (‘Da’s klip
en klaar toch?’) het schip
meteen voor de rechter gaan slepen.

‘Een held hoor!’ zei iemand uit Loenen.
‘Heel nuchter, loopt niet naast z’n schoenen.
’t Kanaal is best wijd!
Zeg, wordt het geen tijd
hem Maarten van ’t Water te noemen?’

‘Wat leuk!’ roept een vrouw in Ameide.
Ze zou er zo heen willen rijden
maar manlief zegt: ‘Nee,
‘k ga niet met je mee.
Ik laat me niet nog eens verleiden.’

‘Nou, pfff…’ Een caissière in Makkum,
haar moed is al aardig aan ’t zakken,
kijkt daar niet naar uit.
De lippen getuit:
‘Hoe ga ik die boodschap verpakken?’

Niet gek dat twee koeien in Veere
elkaar daarmee feliciteren.
Ze zijn echt zó blij!
Die gaan heel de wei
vanmorgen op vlaaien trakteren.

‘Geen vlees?’ zegt een baasje in Linde,
‘Ik zal er geen doekjes om winden:
Dat is geen goed plan.
Best kans dat wíj dan
de hond in de pot zullen vinden.’

De juf van groep 7 in Huizen
had alles eens na zitten pluizen
en als ze goed keek,
twee eitjes per week,
dat scheelt komend schooljaar veel luizen.

Een meisje in kleur uit Noordgouwe,
naar Utrecht per trein, feestje bouwen,
vindt genderneutraal
een heel leuk verhaal,
‘Maar dit waren mooi wel de vrouwen!’

‘Je ziet,’ bromt een man in Noordgouwe,
‘fabrieken zijn niet te vertrouwen,
da’s zand, zogezegd.
Wie wijs is zal echt
het best op een rots kunnen bouwen.’

‘Tuinieren?’ roept iemand in Schagen.
‘Dat moet je aan mij echt niet vragen.
Ik denk dat ik dan
m’n steentje, strak plan,
gewoon financieel bij ga dragen.’

Een kalme docente uit Meppen
die ouders weer op hoorde scheppen
bedacht, tot haar schrik:
‘Best handig als ik
een knop voor een schietstoel zou hebben…’

Een enthousiast kijker in Drachten
snapt sceptici best maar, hij lachte:
‘Begrijp me wel goed,
’t zijn vrouwen, je moet
geen heel hoge hakbal verwachten.’

‘Hoog tijd!’ zegt een man in Veenwouden
die pas met een zwemjuffrouw trouwde.
‘Het is ook zó krom,
’t lukt bijna niet om
ons hoofd boven water te houden.’

‘Mijn zus’ kraait een haan in Gerheggen,
‘zit ook daar. Ik hoorde haar zeggen:
Het maakt je heel loom.
Ze blijkt dus gewoon
haar eitjes gebakken te leggen!’

Een man in het Zeeuwse Noordgouwe
heeft kennelijk niet veel vertrouwen.
Van hem geen bravo.
‘Je bent maar weer zo
een toren van Babel aan ’t bouwen.’

Het schijnt dus dat twee van die koeien
bij ’t uitstappen stonden te loeien:
‘En waar is het gras?’
Nou, echt in hun sas,
dat zou daar in stadions groeien!

‘O nee!’ riep een vrouw in Abcoude.
Haar man, die de zolder verbouwde
keek vragend. Ze zei:
‘AH wil dat wij
de kleintjes nu zelf zoet gaan houden!’

‘Hè, bèèèh!’ blaat een schaapje uit Rhenen.
Het water spat tegen haar schenen,
Best leuk met mooi weer,
maar nu ze dit keer
dat drijven zo letterlijk nemen...

‘Oké…’ lacht een jongen uit Boomen
die ’t geld zo al binnen zag stromen.
‘Ik heb er wel vier!’
Zijn moeder: ‘Joh, klier!
Zou dat niet door spijbelen komen?’

‘Nou, ‘k wee-nie,’ bromt iemand in Jonen,
‘ik kan daar alleen maar van dromen.
Eén bakkie al, man,
ik slaap er niet van.
Ze zijn volgens mij in de bonen.’

‘Oké,’ zegt een koster in Swalmen
uiteindelijk, na heel lang talmen,
‘da’s prima, maar zet
een jukebox neer met
alleen maar gezangen en psalmen.’

‘Echt waar hoor,’ zegt iemand in Boomen.
Hij had net een sjekkie genomen.
‘Nog even, zó stom,
is ‘t simpeler om
aan drugs dan aan dit spul te komen.’

‘Jaja,’ zucht een dikkerd uit Dalen,
‘dat zijn van die mooie verhalen,
zo’n wegende trein.
Straks moet je, heel fijn,
natuurlijk per kilo betalen…’

‘Ze hebben’ vraagt iemand in Heeten,

‘geen kinderen die hen verweten

dat zij vroeger ook,

wat maar werd gekookt,

gewoon hun bord leeg moesten eten?’

‘Die is veel te zwaar’ zegt een Tukker,
‘voor vrouwen, dat gaat ze niet lukken.
Het is me toch wat?
’t Gevolg is dan dat
ze uitgeblust uit moeten rukken!’

‘Ik wil’ zegt een praatpaal op Schouwen,
‘het liefst een nieuw leven opbouwen
als luisterend oor.
Een droom, lijkt mij, voor
veel mannen met praatgrage vrouwen.’

Een prediker die in Rosmalen
voor ’t internet waarschuwt, al jaren,
zegt: ‘Da’s dus het Kwaad!
U zult vroeg of laat
de rekening moeten betalen!’

Zo ook op een school in Almere
waar klassen een uur lang pauzeren.
Ze hopen hiermee,
dat is het idee,
regeerders een lesje te leren.

Daar hoor je in Drogteropslagen
de barbecues niet over klagen.
Die zijn volgens mij
met zulk weer juist blij.
Toch fijn, roostervrij, een paar dagen?

Een vrouw, best gelukkig, in Leiden,
schrok hevig, ‘t was niet te vermijden.
Haar man had gezegd:
‘Veel beter hoor, echt.
‘t Wordt tijd dat wij ook eens gaan scheiden.’

Waar Pechtold vooreerst menig griefje
te berde bracht, (‘k geef op een briefje,
dat is nog niet klaar)
noemt hij ze nu, raar,
een redelijk alternatiefje.

Een boertje in Koufurderigge
gaat zwetend uit bed, naar z’n biggen.
‘Met dit weer, niet gek,
wil zelfs het bestek
niet lepeltje-lepeltje liggen.’

Een puffende vrouw in Bourtange
wordt haast door de warmte bevangen
en nu weer zo’n nacht…
’t Wordt plakken. Ze lacht.
‘Eén voordeel, het is niet zo’n lange.’

Een musje in stil Beersterhogen,
de tranen staan echt in z’n ogen:
‘De pakkans is klein,
want wedden, nu zijn
de vogels allang weer gevlogen.’