‘Nou ja!’ roept een moeder in Kleve.
‘Wat zullen we nu toch beleven!’
En tegen haar man:
’Weet jij er iets van?
Waar zijn die bananen gebleven?!’

‘Dat vind ik’ zegt iemand uit Leiden,
‘niet vreemd. Het zijn donkere tijden,
dus wat je dan moet:
een lamp voor je voet
en licht op je pad ja, die beide.’

Natuurlijk, dit mag niet gebeuren.
Het zal in zijn kring ook niet heuren.
Niet netjes, niet fris.
Maar nóg erger is,
daar oneindig lang over zeuren.

Een klein drukkerijtje in Peize
drukt daarom voor alle bedrijven
weer kleurrijk en fraai.
‘Het was echt zó saai,
alleen rode cijfers te schrijven...’

Een vogelliefhebber uit Appen
vertelde die spreeuwen te snappen.
‘Wat is het bezwaar?
Toch lekker om daar
eens rustig een uiltje te knappen?’

Heel slim hoor, van Geert, goed bekeken.
Dat hoor je voorlopig weer weken,
al sprak ik een vrouw,
die zei: ‘Hm, dat zou
Sneeuwwitje toch aan moeten spreken?’

Een drachtige merrie uit Schagen
besloot het er ook op te wagen
en kwam naar Den Haag.
Haar brandende vraag:
of paarden én koets zijn beslagen.

Een straatveger slalomt om bomen.
De stoep wordt ook goed mee genomen.
De boel is grindvrij.
‘Best slordig’ bromt hij,
‘als Koetsglass op zo’n dag moet komen.’

‘Want Schippers’ zegt iemand uit Demen,
‘voorziet anders grote problemen.
Het heeft tot gevolg
veel duurdere zorg.
Dat risico wil ze niet nemen.’

‘Jaja,’ sloeg een man uit Oud Ade
zijn cluppie uit Zuid lachend gade,
‘Wéér winst, dus we staan
nu dik bovenaan!
En dat zijn geen woorden, maar daden!’

Een bio-boerin moest in Vorden
boos toezien hoe spruitjes verdorden.
‘De buurman, die gup,
spoot gister Roundup!’
Ze kan er nóg giftig om worden.

Een echtpaar, woonachtig in Boomen,
heeft toch maar een airco genomen,
want ja joh, dat weer,
je weet het niet meer.
En dan moet oktober nog komen.

‘Het staat’ zegt een man uit De Groeve,
‘nog wel steeds op heel losse schroeven,
je weet hoe dat gaat.
Eerst moet de Senaat
de nieren van Pia nog proeven.’

‘Echt waar?’ vroeg een vrouw uit Maarheeze
die dit in de krant zat te lezen.
‘Als ik die poep zag
dan dacht ik soms, ach,
dat zal van een spuitluier wezen.’

Twee kleutertjes zitten in Dokkum
met lange gezichten te mokken.
‘Nou, lekker is dat.’
zo zegt de een mat,
‘Dat wordt dus weer ouderwets blokken…’

‘Fijn kiezen…’ bromt iemand uit Drachten.
‘We moeten ze hoog blijven achten,
maar ’t is me een stel.

De een raakt onwel,
de ander heeft zieke gedachten.’

‘We moeten de komende weken
alert zijn en ook wordt gekeken
naar wachtlopers. Jan?
Wat denk je ervan?
Zou jij je nek uit durven steken?’

‘Niet leuk hoor,’ zegt iemand uit Loenen,
‘dat willen we heus niet verbloemen,
maar toch zeg ik, ja,
je zou zo’n EK
ook weggegooid geld kunnen noemen.’

‘Ik bleef’ zegt een man uit Calslagen,
‘maar thuis dan op zonnige dagen.
Benieuwd hoe dat gaat
met dingen op straat
die ’t daglicht niet kunnen verdragen.’

‘Ze hebben’ zegt iemand uit Linde,
‘zich ook nog flink op lopen winden,
want ja joh, heel raar,
’t WK was dus klaar,
maar nergens de winnaar te vinden!’

‘Dit lijkt’ zegt een vrouw uit Ameide,
‘tot heel nare dingen te leiden.
Je weet hoe dat gaat,
die lui zijn in staat
met botsautootjes te gaan rijden.’

Een receptioniste uit Megen
werd ook al ontslagen vanwege
het nieuwe bestel.
Zij heeft dan nog wel
een afscheidsreceptie gekregen.

‘Jaja,’ bromt een kijker in Neede,
‘er staat dinsdag, klinkt dan als reden,
een heel ander team.
Dat klopt, goed gezien.
Dan tref je geen Grieken maar Zweden.

‘Ik zie’ grijnst een man uit Noordgouwe,
‘het volgende beeld zich ontvouwen:
Augurken op straat
en daarachter staat
een file van zwangere vrouwen.’

‘Geweldig!’ lacht iemand uit Petten.
‘Een appeltaart, verse baguette,
in zo’n tram, geheid,
vergeet je de tijd.
Ik zou maar een kookwekker zetten!’

Nou ja, denk ik dan, ’t is te hopen
dat zoiets een beetje gaat lopen.
Staat goed, dit model,
al zou ik er wel
een lekkere parfum bij kopen.

‘Voor u!’ zei een schoonzoon uit Kethel
breed lachend, een tikje vermetel.
‘Ik had het gevoel,
dat past wel, zo’n stoel.’
Zo kreeg zij haar schoonmoederzetel.

‘Ach ja,’ zegt een man uit Groot-Ammers,
‘hij loopt dat gebied af te kammen,
dan moet je voorwaar
wel stil zijn, da’s klaar.
Die herten daar zitten te dammen.’

Je weet niet hoe dat met die deuk moet?
Nou, oppassen dat je niet leuk doet,
met ernst, ga ervoor.
En vragen ze door,
doe dan ook maar net of je neus bloedt.

‘Dan kun je’ zegt iemand uit Oeken,
‘je volgende reis alvast boeken,
maar maakt dat echt blij?
Je zou, volgens mij,
het best ander werk kunnen zoeken.’

‘Ik zal’ vertelt iemand uit Hegge,
‘het u nog wat smeuïger zeggen:
Er wordt al voorspeld,
dat mensen hun geld
in pindakaas zullen beleggen.’

Een klein hoveniertje uit Boomen
besluit niet naar Muiden te komen
maar blijft dicht bij huis.
Bij hem wordt nu thuis
de tuin onder handen genomen.

‘Twee weken’ zegt iemand uit Griete,
‘vol rennen en zwemmen en schieten
en hockey. Aju.
Hoog tijd dat we nu
weer tranen om écht leed vergieten.’

‘Eén ding’ zegt een man uit Nieuw-Heeten,
‘zou ik dan nog wel willen weten:
Want krijgen we dan,
lijkt mij een strak plan,
ook onbeperkt spareribs te eten?’

‘Ook ik ken’ zegt iemand uit Demen,
‘zo’n stel met verslavingsproblemen,
Die pakken een punch
al tijdens de lunch
terwijl ze een bolletje nemen!’

‘Opvallend,’ zegt iemand uit Bakkum,
‘voor vrouwen al vijf gouden plakken.
Eén man vooralsnog.
Die lijken dan toch
nog liever een biertje te pakken.’