Gezelligheid kent geen tijd |
vrijdag 25 januari 2008 | |
Vrijdag 25 januari 2008 Luid gebrul van boven verdringt de heerlijke rust uit de kamer. We kijken elkaar aan. 'Bart', zeggen we tegelijkertijd. Even lijkt het alsof we ons vergissen want er stormt een kudde olifanten de trap af. Toch verschijnen er geen slurven om de hoek van de deur, maar een roodaangelopen verbeten gezicht. 'Alles hebben ze kapot gemaakt!' brult hij en hij stormt linea recta richting bijkeuken. De deur knalt dicht. Het is oorlog. Het is een regelmatig terugkerend scenario in huize Van Egmond. Huisgenoten die elkaar het leven zuur maken. Door spullen van elkaar te vernielen (maar ik deed het echt niet expres hoor, sórry), plagerijtjes die worden opgerekt tot pesterijtjes, plotseling uitschietende armen, handen, voeten of benen die 'toevallig' een ander raken. Tot verdriet van degene die deze keer slachtoffer is in plaats van dader maar nog meer van ons, arme ouders. Je zal toch vader en moeder zijn van zo'n stelletje ongeregeld... Een indicatie van hoe erg het soms wel is, is misschien wel het feit dat zelfs Sinterklaas (!) er bij zijn laatste bezoek aandacht aan heeft besteed. Want wat schreef die goede man in zijn gedicht aan Ineke: Als een echte goeie moeder Gezelligheid! Ja, daar gaat het om. 's Morgens opstaan, heel zachtjes. Je ziet dat je lieve broertjes en zusjes nog in dromenland vertoeven en daarom sluip je op je tenen de trap af. En als je niet de enige bent die op het idee kwam om naar beneden te gaan, dan begroet je die ander met een vriendelijk knikje. Niks geen geschreeuw! Hoogstens fluisteren en dat dan ook nog pas in de huiskamer als alle deuren dicht zijn. Als we aan tafel zitten dan heeft iedereen gewoon één stoel tot zijn beschikking. Dus je gaat niet scheef zitten met je voeten op de stoel naast je. Want als degene die naast je zit dat bij jou doet dan zeg je er ook iets van. En als er tanden gepoetst moeten worden, dan ga je gewoon gehoorzaam naar boven en poets je je tanden. Dan doe je de tandpasta op je borstel en niet op je trui! Want die trui hoeft niet gepoetst te worden, daar hebben we een wasmachine voor. Klinkt allemaal vrij logisch, niet? En toch zijn het dingen die niet vanzelf lijken te spreken. Telkens weer moeten ze herhaald worden. Alsof onze woorden druppels zijn die keiharde stenen moeten uithollen door continu te blijven vallen. Als waren het parels. O nee, dat gaat over zwijnen... Waarom ik dit schrijf? Stukje frustratie misschien? Nou nee hoor. Als jongste van acht kinderen ken ik dit maar al te goed. Ook míjn moeder heeft wel eens radeloos met een houten slipper (auw!) tegenover me gestaan. En ik herinner me nog goed een ruzie waarbij ik veilig op de wc zat en een broer van mij de deur van de huiskamer met zo'n harde klap dichtgooide dat het glazen raampje eruit knalde. Ik schrijf het omdat ik er ook wel de humor van in zie. Met opgroeiende kinderen heb je nu eenmaal te maken met ongehoorzaamheid, ruzie en pestgedrag. Dat hoort bij hun ontwikkeling. En normaal gesproken komt dat ook wel weer op z'n pootjes terecht verwacht ik. In de pedagogiek zal dat wel in verband worden gebracht met het ontdekken van je eigen identiteit. Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? En ja, zo'n ontdekkingstocht gaat wel eens ten koste van de mensen die dicht bij je staan. Ouders, broer, zus. Daar zet je je dan tegen af. Door je gedrag. Of door een opmerking. Door niet te doen wat je eigenlijk wél zou moeten doen. Even kijken. Sam is nu zes jaar. O, dus met een beetje geluk zijn er over een jaar of twaalf wel doorheen! Effe doorbijten nog... |