Boeken |
woensdag 20 februari 2008 | |
Woensdag 20 februari 2008 Boeken lezen kan een feest zijn. Als je tenminste van lezen houdt. Er zijn namelijk ook mensen die boeken alleen van de buitenkant kennen. Die na een bladzijde weer overnieuw beginnen omdat ze niet meer weten waar het over ging. Of die het gewoon niet boeiend genoeg vinden. Het pakt ze niet. En als een boek jou niet pakt, waarom zou jij het dan bij hem doen? Een van de allereerste boeken die ik las ging over een jongetje dat Mattias heette. Ik heb geen flauw idee meer waar het boek verder over ging, maar dát weet ik nog. Mijn broer Bert nam het mee uit de bilbliotheek in Katwijk. Ik zal een jaar of zeven zijn geweest. En de jaren daarna heb ik zelf regelmatig de gang naar de Schelpendam gemaakt. Arendsoog, Snuf, De Vier Vrienden, Wambo, Pietje Bell, de Kameleon, Gullivers reizen, noem ze op en ik ken ze. Het gebeurde dat ik op vrijdagmiddag twee exemplaren haalde, het maximum toentertijd, en de volgende dag alweer voor de balie stond om ze te ruilen. Lezen was een genot. Het ging in Huize van Egmond zover dat er zelfs aan tafel, tijdens het eten, gelezen werd. En dan niet uit de bijbel, ja dat ook maar ná het eten, nee, een echt leesboek! Zaten er een paar te kauwen en onderwijl met hun ogen in en hun gedachten bij een verhaal! Mijn ouders hadden een makkie met de opvoeding... In onze slaapkamer, waar we in de hoogtijdagen met zes man lagen te slapen, bevond zich een boekenplank. Want er werd niet alleen geleend, er werd ook gekocht. Ik weet niet precies hoeveel Conny Colls Conrad Kobbe heeft geschreven, maar ik denk dat er zeker veertig op onze boekenplank stonden. De mannen van John Sinclair, wie kent ze nog? Naast Connie Coll zelf de nr. 2 Hall Steve. Verder Neff Cilimm, Samuel Brady (de Treurige), Sam Brash, Fred Lokh en Ben Silver. En wat te denken van de avonturen van Joe Silent? De boeken van Alistair MacLean? Slik. Jeugdsentiment. Maar die tijd ging voorbij. Jaren verstreken waarin lezen als tijdverdrijf niet aan de orde was. De boeken uit je jeugd verliezen hun bekoring. Je komt erachter dat het allemaal hetzelfde is. En literatuur? Ach, weinig boeiend en bovendien vaak godslasterlijk. Harrie Mulisch, Jan Wolkers, Gerard van het Reve. Nee, dank u. Voor mijn boekenlijst kwam ik indertijd thuis met Werther Nieland van Reve. Kreeg niet zo'n goede ontvangst kan ik me herinneren. Tot een jaar of vier geleden. Lynn Austin, Francine Rivers, Joke Verweerd, Dalene Matthee en nog wat andere schrijvers. Een openbaring wel. Om te lezen over gewone mensen en wat ze meemaken. Geen spanning en sensatie, maar verhalen over wat mensen bezig houdt, relaties en alles wat daar goed en fout in kan gaan. Vaak gaat het om auteurs die geloven in God en dat in hun boeken ook tot uiting laten komen. Zo word je zelf ook geprikkeld om na te denken over je eigen relatie met God en met hen die je lief zijn. En zo kwam ook de literatuur weer in het blikveld. Het onvermijdelijke Knielen op een bed violen bijvoorbeeld van Jan Siebelink. Specht en zoon van Willem Jan Otten. Zeer boeiende boeken. En natuurlijk Khaled Hosseini. De Vliegeraar, in een adem uitgelezen. En op dit moment staan de Duizend schitterende zonnen in de boekenkast naar me te lonken. Ik stel het genot nog even uit. Vrijdag gaan we een weekje weg en dan koester ik me in het licht van deze warme Afghaanse schrijver. Het leek me vorige week wel leuk om eens iets van Joost Zwagerman te lezen. Ik zie hem wel eens op tv bij De Wereld Draait Door. Best een innemende persoonlijkheid. Dus ik nam twee van zijn boeken mee bij de bibliotheek. Het eerste, Chaos en Rumoer, was leesbaar maar ik vond het niet echt geweldig. Een wel zeer fictief verhaal over een schrijver met een writersblock die terecht komt in de wereld van de radio en die bijkans gek wordt omdat een collegaschrijver er met zijn idee voor een boek vandoor lijkt te gaan. Maar goed, ik kreeg het uit. Toen zijn boek Gimmick!. Ik had het meegenomen naar het zwembad. Sam dook in het water, ik in een verhaal. Maar niet voor lang. De vloeken, de schuttingwoorden, de seks spatten van de bladzijden af. Ik was gewoon bang dat de andere aanwezigen in het restaurant van De Veur aan mijn rode oortjes zouden zien dat er iets niet in de haak was... Op de site van Zwagerman lees ik in een recensie van het dagblad Trouw het volgende: De wereld van Gimmick! is grotendeels een buitengewoon voze wereld. Het is echter maar goed dat Zwagerman niet de moralist is gaan uithangen en die wereld juist zo onbecommentarieerd mogelijk heeft uitgebeeld. Juist die trendy uitbeelding van dat kitscherige en modieuze, de platte omgang met meisjes, de supervlotte dialogen en de ingenue sex maken Gimmick! tot een aantrekkelijk boek, het beste dat ik tot dusver van Zwagerman heb gelezen. Hoe is het mogelijk denk ik dan. Wie leest er nu zulke rotzooi? Noem je dit een tijdsbeeld? Dank je de koekoek. Daar heb ik geloof ik de bril van Joost Zwagerman niet voor nodig. Ik ben bang dat ik voortaan ook met andere ogen naar hem ga kijken. Maar dat zal toch niet de bedoeling van zijn schrijven zijn geweest? |