vrijdag 21 maart 2008 |
Hij droeg onze smartenHet zijn de Joden niet, Heer Jezus, die u kruisten en die, verraderlijk, u sleepten voor ’t gerecht, en die, verachtelijk, u spuwden in ’t gezicht, en die u builen sloegen met hun harde vuisten.’t Zijn de soldaten niet, die met hun wrede knuisten de zware hamer dreigend hebben klaargelegd, op Golgota ’t vervloekte kruishout opgericht, uw dure kleed verspeeld, verdobbeld en ontluisterd.Ik ben het, Heer, ik heb die pijn u aangedaan, Ik ben de zware balk die u gebukt deed gaan, ik ben het taaie touw waarmee u werd gebondende spijker, en de speer, de gesel die u sloeg, de kroon die bloedig doornen in uw schedel joeg. Want alles is gebeurd, helaas! om al mijn zondenJacobus Revius (1586 - 1658) Hertaling Hans Werkman e.a., maart 2008
|