Gaan in het spoor van de bijbel |
woensdag 02 april 2008 | |
Woensdag 2 april 2007 Het is half acht. De Ichtuskerk aan de Jaap van der Hoekplaats in Rotterdam is ruim voor de helft gevuld. Enkele laatkomers druppelen nog binnen. De cursusleiders Douma en Verbree staan te trappelen van ongeduld. Deel 11 van de cursus Gaan in het spoor van de bijbel staat op het punt van beginnen. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Terecht, blijkt gaandeweg de avond. En des te meer dringt de vraag zich op waarom ik pas tijdens de laatste twee cursusavonden acte de presence geef... Ja, zo gaan die dingen. Je leest in het kerkblad dat er een cursus wordt gegeven door een professor en een dominee, je denkt 'o, dat is wel leuk' en vervolgens ga je over tot de orde van de dag. En twee jaar later hoor je dan opeens van mensen die er wel geweest zijn dat het zo boeiend en interessant was. Met als gevolg dat je alsnog het besluit neemt om twee avonden bij te wonen. Gisteren ging het over een drietal profeten: Sefanja, Haggaï en Maleachi. Volgende week komt Zacharia aan de beurt. Douma en Verbree namen afwisselend een gedeelte van twintig minuten voor hun rekening en na de pauze was er ook kort de tijd voor wat discussie. Het begon al goed, gisteravond. Ze waren het koffertje met de aanmeldingen vergeten mee te nemen uit Hardenberg. Controle op wie er wel of niet betalende bezoekers waren was er dus niet... Geheel terecht ging Douma ervan uit dat natuurlijk alle aanwezigen het cursusgeld hadden overgemaakt. Hilariteit alom. Over de cursus zelf. Nou, vrij pittig. Laat ik het zo zeggen: Als je 's zondags in de kerk na een kwartiertje op je horloge zit te kijken of het amen al in zicht is dan heb je een slechte avond gehad... Na Sefanja die werd belicht door Douma kwam Verbree met zijn uitleg over het huwelijk zoals Maleachi erover profeteert en vervolgens ging Douma weer in een ruk verder met Haggaï. Ik noemde het in de pauze drie preken achter elkaar. Dat is natuurlijk wel smullen voor de liefhebber. Uiteraard was de vrolijke noot ook aanwezig. Hoe kan het ook anders. Mijn eigen vader heeft ooit gezegd dat dominees in hun hart altijd een beetje student blijven, met de daarbij horende streken. En toen na de pauze aan Verbree de vraag werd gesteld of een schuldloos gescheiden iemand (zo die er al zijn) niet ongetrouwd moest blijven om zo de andere partij bij berouw en bekering weer in de armen te kunnen sluiten ging dat zo: Het leek hem niet terecht om dat van de in de steek gelatene te vragen. Zo zou je iemand als het ware in gijzeling nemen. 'Want,' opperde hij, 'stelt u zich nu eens voor dat ik in het geheim mijn koffertje mee had genomen naar Rotterdam. En vanavond ga ik niet met Douma mee terug naar Hardenberg, maar ik pak het vliegtuig naar Brazilië. Moet ik dan van mijn vrouw verwachten dat ze al die tijd op mij gaat zitten wachten? Het zonnetje schijnt heerlijk in Rio, dus misschien dat ik ooit, in 2033 of zo, weer terug kom. Dat kun je een vrouw in zo'n geval toch niet opleggen?' En dan, kijkend naar Douma die hem peinzend staat aan te staren: 'Maar misschien wil jij er nog iets over zeggen?' Waarop deze antwoordt: 'Ehm, ik weet niet hoe serieus die plannen richting Brazilië zijn, maar houd je er rekening mee dat we volgende week hier ook nog een cursusavond hebben?' Kostelijk! |