Dingdingdinglied |
donderdag 10 april 2008 | |
Donderdag 10 april 2008 weet je wat ik gaaf vind als mijn vrienden bij het spoor staan joh, je bent een bal gehakt Dit zijn de eerste twee coupletten van het DingDingDinglied. Het maakt deel uit van een lespakket voor het basisonderwijs. Er is zelfs een website aan gewijd. En dat allemaal om te voorkomen dat jongens en meiden roekeloos gedrag vertonen bij spoorwegovergangen en langs spoorrails. De tekst liegt er niet om. Net als de Prorailmedewerker die in het Nederlands Dagblad wordt geciteerd trouwens. 'Ik ben jarenlang conducteur geweest. In die tijd heb ik zeven keer iemand onder de trein gehad.' Hij houdt duim en wijsvinger op drie centimeter van elkaar. 'Een mensenlichaam spat uit elkaar in zulke kleine stukjes vlees. Dat beeld neem je voor altijd mee.' Vandaar dus die tekst... Keihard. Het is misschien alweer twee jaar geleden dat een jongen in Bleiswijk werd geschept door de trein. Hij wilde snel oversteken na een trein richting Utrecht, maar op dat moment passeerde ook een trein in tegenovergestelde richting... De verhalen gingen dat er vrijwel niets van hem was teruggevonden. Na lezing van bovenstaande begrijp ik waarom... Verschrikkelijk. Om nachtmerries van te krijgen. Het is 1978. Ik zit op school in Rijswijk. Met de sneltrein vanuit Leiden, overstappen op Den Haag Holland Spoor en dan de stoptrein naar Rijswijk. Op een van de eerste dagen wordt het ons al voorgedaan door iemand die een paar klassen hoger zit: Je springt van het perron af, legt een stuiver op de rails en dan wachten tot de trein er aan komt. Echt hoor, de uitdrukking 'zo plat als een dubbeltje' slaat helemaal nergens op als je het dekseltje vervolgens weer opraapt... Op een middag besluiten we, Armand Ouwersloot, Jan Dik Tijsterman, Kees Guijt en ik, niet de gebruikelijke weg van school naar het station te nemen maar via de spoorwegovergang bij de Winston Churchillaan lopen we langs de rails de laatste tweehonderd meter naar het perron. En passant leggen we wat grote kiezelstenen op de spoorstaven. We hebben pech. De machinist die net optrekt richting Delft ziet ze liggen en rijdt zo langzaam dat de kiezels onverrichterzake van de ijzers afschuiven. Geen knallen deze keer. We zien hem in een microfoontje praten. Vrolijk lachend lopen we verder. Maar het lachen vergaat ons snel. Als we het perron opstappen komt een NS-medewerker ons tegemoet. Of we even mee kunnen komen. En of we wel goed bij ons hoofd zijn! Of we wel beseffen dat een trein kan ontsporen. Woest is hij. We worden gesommeerd plaats te nemen in de wachtruimte. Hij gaat even bellen. Met de politie. Het zweet breekt ons uit. Bellen? Politie? Als je twaalf bent dan kun je jezelf een hele Piet voelen, maar wij waren het op dat moment even niet... Een kwartier later vertelt de man dat hij de politie niet te pakken kan krijgen, oftewel we hebben geluk dat we er zo vanaf komen. Maar wee ons gebeente als we nog eens zoiets flikken! Opgelucht stappen we het perron weer op. In de trein komen de praatjes weer terug. Dat hij natuurlijk net deed alsof hij de politie ging bellen, maar in werkelijkheid alleen maar wat nummers had gedraaid. En dat hij ons tóch niks kon maken! Wat was het eigenlijk voor een vent! Maar wat hadden we het benauwd gehad... Er was geen DingDingDinglied voor nodig om ons voortaan van de rails te weren. ‘t is zo leuk om bij het spoor te spelen met de meiden meisje, wat ben jij een ei als de bomen zakken als je heel veel haast hebt om op tijd op school te komen joh je bent een oliebol als de bomen zakken als de bomen zakken Als je slim bent, heb je een alarmbel in je hoofd (repeat) |