Menu Content/Inhalt
Mijn vader
dinsdag 20 mei 2008

Dinsdag 20 mei 2008

Hoe voelt het om je vader te verliezen... Een vraag waar ik niet dagelijks over nadacht, maar die nu opeens heel actueel is geworden. Een vader die je al zo lang als je jezelf kunt herinneren bij je hebt. Niet meer dagelijks in beeld, maar wel in gedachten. Altijd op de achtergrond aanwezig. Levend en wel, al zat hij dan in een rolstoel en was hij haast niet meer uit De Wijngaard vandaan te krijgen. Maar nu dus dood. Overleden. En wat voel je dan...

Ik dacht er vanmorgen over na toen ik mijn bloemen aan het oogsten was. Toch al een activiteit waarbij je gedachten aan het zwerven gaan, maar nu helemaal. Ik zie mijn pa bezig in de tuin voor onze flat in de prins Bernhardlaan in Katwijk. Pet op, sjaal om. Altijd bang voor kouvatten. En ik voel hem achter me op de fiets. Ik als zevenjarige op de stang en hij trappend. Samen met mijn moeder op een zonnige zomeravond een stukje fietsen en natuurlijk een ijsje eten op de boulevard. Ik zie hem midden in de winter op zijn land aan de Kwakelwei boerenkool hakken. Vijftig kisten maal zeven kilo maakt hij klaar. Flink doorpezen, want de vrachtvervoerder zou om drie uur komen. En ik loop met een kruiwagen met telkens drie kisten erop naar voren om ze klaar te zetten. Glibberend over de door de sneeuw modderig geworden grond.

Ik zie hem om vier uur uit zijn bed komen om mijn broer Hans te gaan wekken. Koffie zetten, brood smeren, de deur achter hem dicht en weer naar bed om nog een uurtje te slapen voordat hij zelf aan het werk moet. Ik zie hem in het busje stappen bij zijn collega's, op weg naar Den Haag. Daar stond hij 'in de sleuf' zoals we dat noemden. En 's middags om half vijf laat hetzelfde busje hem weer los. Na zijn krantje begint hij dan aan het eten klaarmaken. Want dat doet hij graag, eten koken. Ongekend.

Ik zie weer hoe hij op een dag Angelique meeneemt uit zijn werk. Een meisje van een jaar of zes. Dochtertje van de vrouw die de koffie verzorgde. Gescheiden. De kleine meid had gehoord dat die meneer van Egmond wel acht kinderen had! Nou daar wilde zij best een keer een nachtje logeren... Ik zie mezelf zitten, samen met zus Janneke en Angelique om de tafel voor een spelletje Barricade. Net nieuw. En Angelique vindt het prachtig. De volgende dag gaat ook zij weer heel vroeg met het busje richting Den Haag.

Ik zie mijn vader het woord nemen tijdens de jaarvergadering van het een of ander in de kerk. Iedereen is stil. Als mijn pa aan het woord is dan wordt er geluisterd. Ik zie hem op zondag op de kansel staan. Preeklezen. Ik vind hem eerder saai dan boeiend. Maar die ene keer, in 1983, staat hij er zwetend. Z'n bril glijdt telkens naar beneden. Ik zie hem een paar weken later in het ziekenhuis liggen. Een gezonde, sterke vijftiger. Geveld door een hersentumor. Ik voel weer de angstige spanning van die eindeloze maandag. Uren en uren gaan voorbij. En eindelijk komt het verlossende telefoontje: De tumor is eruit. Maar pa ligt in coma. Vier lange dagen.

En ik zie hem therapie volgen daarna. Leren praten. Leren lopen. Als een baby die opnieuw is geboren. En het schrijnt. Is dit overgebleven van de man waar ik zo tegen op keek? Is dit de man die jou kon vastpakken om nooit meer los te laten? Ik voel de tranen in mijn ogen. Hoe lang gaat dit duren?

Ik zie de jaren erna. Vijfentwintig kreeg hij er nog bij. Als was hij Hizkia. Maar ze waren niet zorgeloos. Leven met beperkingen. Daarmee om leren gaan. Erin berusten. Samen met mijn moeder. Wat hebben ze doorgemaakt in die jaren? De momenten dat wij als kinderen gewoon met ons eigen werk en gezin bezig waren? Hoeveel tranen zijn er gestort? God weet het.

Ik zie ook zijn moeite om zijn gevoelens te uiten. Daarover praten deed hij bijna niet. Was niet zo nodig. Wat hebben anderen eraan dat je ze opzadelt met jouw gevoelens? Het gaat om geloven, dat is veel belangrijker. En daarin was hij een groot voorbeeld. Als iemand zijn ogen naar het gebergte heeft opgeslagen om hulp, dan hij. Pijn verdragend. Vrijwel nooit klagend. En vast vertrouwend op Gods beloften.

Nee, mijn pa was niet zondeloos. Zeker niet. En zijn eigen moeite om z'n gevoelens te uiten betekende ook weleens hardheid in de richting van hen die hem lief waren. Dan kon hij geen begrip opbrengen voor de gevoelens van een ander. En het hebben van een afwijkende mening over geloofs- en kerkelijke zaken viel niet goed bij hem. Vaak sterk overtuigd van eigen gelijk. Vurige ogen. Stemverheffing. En dat deed dan pijn, aan beide zijden. Maar wel een vader die hield van zijn kinderen, desondanks. Zijn beste jaren heeft hij voor hen gegeven. En dat maakt dankbaar.

Drie weken geleden. Het is zaterdagmiddag. Ineke en ik komen bij hem. Hij zit buiten lekker van het zonnetje te genieten. Het is, zoals hij zelf zo mooi kon zeggen, 'kostelijk'. Na wat gepraat te hebben zegt hij: 'Zo, d'r stond weer een mooie limerick van je in de krant!' Ik lach wat naar hem en hij vervolgt: 'Ja, ik weet niet precies waar het over ging hoor, maar dat geeft niet.' Ik leg het hem uit, maar of het landt weet ik niet. Bij mij landde het wel. Mijn pa was trots op z'n jongste! En wat wil een kind nog meer?

 

Klik hier!

Klik hier
designed by www.madeyourweb.com