Uit eten |
maandag 16 februari 2009 | |
Maandag 16 februari 2009 Het is Valentijnsdag en daarom neem ik me voor om Ineke te verrassen met een avondje uit. Eerst lekker eten en daarna samen naar een film. Omdat het én zaterdagavond én een speciale dag voor geliefden is bespreek ik op donderdag alvast een tafel en kaartjes. In Zoetermeer. Het wordt een Argentijns restaurant. Los Muchachos. In het Stadshart. Het is er gezellig druk merken we. En de donkergekleurde gastheer holt werkelijk door de zaak. We worden naar een tafeltje tegen de zijwand gedirigeerd. Terwijl ik het sanitair ga onderzoeken bestelt Ineke alvast twee zoete witte wijn en een mandje stokbrood. Terwijl we de menukaart doornemen wordt de wijn gebracht. Of we al een keus hebben gemaakt. Nou, bijna. De carpaccio lijkt ons wel wat en als hoofdgerecht een entrecote en spareribs voor meneer. Of het mandje stokbrood al komt. Ja, komt eraan. Dat had je gedacht... Na vijf minuten komt de donkere meneer met twee borden carpaccio aan. 'Ja, wacht even', sputter ik. 'We zouden nog een mandje stokbrood met kruidenboter krijgen!' Het begint hem weer te dagen. En even later zitten we met zowel carpaccio als stobkbrood voor ons neus. We kijken elkaar zwijgend aan. Hebben ze haast? Hebben wíj haast? We besluiten een langzaamaan-actie te beginnen. Intussen houden we ons bezig met een van onze meest geliefde bezigheden: het observeren van mensen. Naast ons neemt een eveneens donkerkleurig stel plaats. Misschien wel familie van de eigenaar grappen we tegen elkaar. En het lijkt even later nog waar te zijn ook. Tenminste, iets anders kunnen we niet bedenken. Want de gastheer komt met een dienblad vol glazen aanzetten bestemd voor een tafel waar wel een achttal mensen aan zitten. En omdat het nogal lastig uitserveren is met maar twee handen aan je lijf vraagt hij aan onze buurman of hij daar even het blad mag neerzetten. En meteen zet hij het blad pal voor de neus van de man neer! Die schiet in de lach. Z'n vriendin geneert zich duidelijk. En wij? Wij kijken. En lachen vriendelijk terug. Ineke, spontaan als ze is, zegt tegen hem: 'Neem er zelf ook maar één!' En werkelijk waar, twee minuten later herhaalt het ritueel zich. Nu is het bestemd voor een andere tafel. En wéér krijgt onze buurman een blad vol drinken voor z'n snufferd. We liggen inmiddels haast onder de tafel... Even later zien we onze vriend met een gepofte aardappel langs rennen. En weer terug. Met een zoekende blik in z'n ogen. Hij zegt: 'Waar is-tie man nu gebleven? Hij zit er niet meer!' Plots krijgt hij z'n aardappeleter in het oog. In een andere hoek. In volle vaart stormt hij erop af. Na een ondanks alles heerlijke maaltijd gaan we afrekenen. Bij de bar zit een vrouw op een afhaalmaaltijd te wachten. Al enige tijd, zo blijkt uit haar woorden. Daar komt onze hardloper weer aan. Met een leeg bakje. Verbaasd kijkt ze hem aan. 'Ja, uw eten komt eraan hoor, even geduld nog. Dit bakje mag u zelf gaan vullen bij de saladebar! Eet smakelijk alvast!' Haar ogen rollen er haast uit. Ik vraag haar of ze haar vork en mes niet heeft meegenomen van thuis. Nee, met zo'n restaurant heb je geen film meer nodig... |