Verjaardag |
woensdag 25 maart 2009 | |
Woensdag 25 maart 2009 Zo maar een datum. Ergens achterin maart. In een week die kenmerkend is voor de tijd van het jaar. Wind en regen. Maart roert z'n staart. Een maand van tegenstellingen. Mijn vader had het altijd over de tien zomerse dagen van deze maand. Mijn vader. Dit was zijn geboortedag. Ik denk terug aan die verjaardagen van hem in Katwijk. We woonden met z'n tienen op een flat aan de prins Bernhardlaan. Een huiskamer van vier bij vijfeneenhalve meter. Drie slaapkamers, een gang, een keuken en een doucheruimte waar de wasmachine stond. Met verjaardagen moest alles aan de kant. Een ruime kring met stoelen, zodat er 's avonds vijfentwintig familieleden konden plaatsnemen. Jaren zeventig. Op de tafels stonden glaasjes met rookwaren. Sigaretten, met en zonder filter, en natuurlijk sigaren. Het liefst Hofnar. Dat was het huismerk van mijn vader. Menigmaal heb ik een doos voor hem moeten halen bij kapper Hoek. Dat zal niet in april en mei zijn geweest, want met zijn verjaardag werd m'n vader ruim voorzien. Maar laat ik niet in herhaling vallen. En natuurlijk werd er geschonken. Bier, wijn, sherry toen de kuur in zwang raakte. En een cb'tje voor ome Leen. Citroen-brandewijn. Een borrelglaasje met een vloeistof die mij nog het meest aan een gorgeldrankje deed denken. Water met een tabletje Superol voor als je last had van keelpijn. Zonder cb'tje was er geen gezellige verjaardag. En nu is het de eerste 25 maart zonder hem. Ik heb net mijn moeder gebeld en gevraagd hoe het gaat vandaag. Ze klonk gelaten. Het verdriet is er nog elke dag, maar op een dag als vandaag sta je er nog meer bij stil. Ze ziet hoe mannen aan het werk zijn in de tuin van d'Amandelboom. Riolering ingraven. Het werk dat pa ook heel wat jaren heeft gedaan. Ze vertelt het en ik zie het voor me. Herinneringen. Ze keek vanmorgen naar haar ring. Daar staat een datum in. 25-3-1948. De dag waarop ze verloofden. Eenenzestig jaar geleden. Ik voel haar pijn door de telefoon heen. Maar ze is getroost. Want ze weet hem veilig bij God. En ook al is ze bang om te geloven dat ze elkaar weer zullen zien, ('je vader zei altijd dat we zullen zijn als de engelen en dat we elkaar niet zullen herkennen') ik weet dat ze naar hem verlangt. Ooit komt er een Dag... |