Het mannetje 69 (Liefdestalen 2) |
maandag 06 april 2009 | |
Ik heb in een eerder mannetje al eens geschreven over liefdestalen. Dat was naar aanleiding van een boek van Gary Chapman over dat onderwerp. Hoe mensen, in dit geval echtgenoten, verschillende manieren hebben om hun liefde voor elkaar te uiten. De een doet dat door waardering uit te spreken, een ander hecht meer aan het samen dingen doen. Een derde laat zijn liefde blijken door het geven van een cadeautje, nummer vier door dienstbaarheid en dan is er ook nog het lichamelijke contact waarmee genegenheid voor een ander wordt uitgedrukt. Maar nu las ik pas een artikel van ds. Bas Luiten in de Reformatie waarin hij het principe van de liefdestalen toepast op de kerkelijke gemeente. En ik moet zeggen, daar zit wat in. Ik zal eerlijk zeggen dat het boekje over liefdestalen voor mij een eyeopener was. Ik ben zelf iemand die gevoelig is voor waarderende positieve woorden, zo ontdekte ik. Ik herken om mij heen ook veel mannen waar dat voor geldt. Iets voor een ander kunnen betekenen, de taal van de dienstbaarheid, ligt mij ook wel, al weet ik niet altijd even zeker of dat misschien ook komt omdat dit weer de nodige waardering kan opleveren... Als je in de gemeente om je heen kijkt dan zul je zien dat zich daar ook zoiets voordoet, aldus Luiten. Hij geeft voorbeelden van mensen die ijverig alles bijhouden in de pers en die de inrichting van het kerkelijk leven onderbouwen met degelijke argumenten. Ze laten hun liefde voor God zien door zuinig te zijn op het gereformeerde element in de kerk. Anderen leggen juist weer meer de nadruk op de betekenis van de kerk voor vandaag. Is er werfkracht? En daarom zetten ze zich in voor een laagdrempelige en gastvrije gemeente. Je hebt ook de mensen die niet zo op de voorgrond treden maar wel hartelijk meeleven. Geen gemeentevergadering slaan ze over en als de VVB verhoogd moet worden dan zijn zij van de partij. Weer anderen zijn goed in het helpen en dienen. Nooit doe je vergeefs een beroep op ze. Klaar staan voor anderen door te koken voor de Alphacursus, het ophalen van oud papier en het klaarzetten van de Avondmaalstafels. En dan noemt Luiten ook nog de gevoelsmensen. Sfeer en liefdevolle omgang moet voor hen tastbaar zijn. Opwekkingsliederen liggen hen na aan het hart. Als ze God prijzen dan willen ze staan en bewegen en hun handen opheffen. Het mooie hiervan is dat je elkaar ook nodig hebt. Dat heb ik zelf wel moeten leren denk ik. Ik kom uit een gezin waarin iedereen die anders was dan 'wij' negatief benoemd werd. En om 'ons' dan voor het gemak even in te delen in het vakje 'ijverige mensen die strijden voor de gereformeerde inrichting van het kerkelijk leven' dan is meteen duidelijk wat ik bedoel. Ik zie nu in dat dit karakterologisch bij ons paste, terwijl anderen heel anders in elkaar steken/staken. En ik moet zeggen dat bijbelteksten als bijvoorbeeld 1 Corinthe 13 (over de liefde) nu ook veel meer voor me zijn gaan leven. Want als je als mensen met zulke verschillende talen wilt samenleven dan is er echt liefde voor nodig om het goed te houden met elkaar. Het besef dat een ander een andere manier heeft voor het uiten van zijn liefde voor God kweekt begrip. Dan stoort het je niet als iemand in plaats van zijn handen te vouwen zijn handen leeg ophoudt onder het bidden. Om maar een voorbeeld te noemen. Juist mensen met andere talen kunnen je laten zien en ervaren waar je eigen blinde vlekken zitten in het dienen van God. Dat laat je eigen beperktheid zien. En dat is een stuk gezonder dan jouw kijk op de zaak dwingend voor te schrijven aan een ander. Tja, zoals het spreekwoord zegt, wijsheid komt met de jaren... |