Mensen |
donderdag 07 mei 2009 | |
Donderdag 7 mei 2009 Terwijl Ineke twee muntjes voor het treintje koopt zijg ik op een bankje neer. Even de voeten rust geven. Sam en Sophietje staan vol verwachting op het stationnetje te wachten tot ze aan de beurt zijn. Ik kijk wat om me heen en zie dik en dun, mooi en lelijk en wat dies meer zij langs me heen trekken. Op een paar meter van me af besluiten twee apen 'het' met elkaar te doen. Ik voel het schaamrood naar mijn kaken stijgen. Terwijl het treintje puffend aan zijn zoveelste rondje begint zakt ook Ineke naast me. Een oudere vrouw vraagt of er voor haar nog wat ruimte is. We waarschuwen haar voor het uitzicht op een parend stel, maar ze neemt het voor lief en valt neer. Onderwijl roept ze haar dochter toe dat die nu eens moet stoppen met het nemen van foto's van haar want ze is het nu zat. Ze staat er kennelijk al genoeg keer op. Dochterlief ligt dubbel van het lachen. Er lopen twee verklede vrouwen gearmd met een man vanaf het Knuffeltheater in de richting van de beren. Ze hebben hun microfoons nog voor de mond, maar de voorstelling begint pas over een half uur. Even een luchtje scheppen kennelijk. Van hen leren we later dat we met onze poten van de dieren moeten afblijven. Dat gaat vergezeld van het onvermijdelijke dansje en een waarschuwende vinger met dito blik in de ogen. Arina heeft S&S uitgezwaaid en komt erbij staan. 'O', schrikt de vrouw die niet op een plaatje wil, 'zit ik soms op uw plaats?' 'Ja, eigenlijk wel', zegt m'n schoonzus streng. Om er lachend op te laten volgen: 'Nee hoor, blijf maar lekker zitten!' Kreng dat ze is... Na de theatervoorstelling is het tijd voor koffie. De jongens volgen onze raad op en gaan op luiaardjacht in het donkere nachtverblijf. Arina en Sophie nemen de speeltuin in bezit en met z'n tweetjes blijven we over aan een hele grote picknicktafel. Tot er een jongen van een jaar of veertien aanschuift met drie patat. 'Lekker!' roep ik. De krullebol kijkt me aan met z'n grote ogen. Hij doet me denken aan een oude schoolvriend, Armand. Inmiddels is zijn moeder er ook bij gekomen samen met een broertje. Ze lacht, kennelijk hoorde ze wat ik zei. Ik lach terug. 'Pak maar hoor', zegt ze vriendelijk. Ik bedank en zeg dat er nog een bolletje in mijn tas zit. Ze lacht weer en zegt: 'Maar wat warms gaat er na zo'n dag ook best wel in.' Ze kijken elkaar even aan en moeders zegt: 'Zullen we bidden?' Ze buigen gedrieën hun hoofd en na een kort gebed wensen we hen smakelijk eten. Als we de richting van de speeltuin op gaan bedenk ik me dat de kans groot is dat ik hen Later nog eens tegen kom... En dat voelt goed. En zo zou ik nog kunnen verhalen van die man bij de wc die z'n zoontje van twee met van alles en nog wat bedreigde als hij nu eindelijk niet eens zou luisteren. Of van die vrouw die in het Dinobos de naam Pachycephalosaurus maar niet kon uitspreken. Of de vrouw die onze kinderen stond te waarschuwen in de speeltuin dat ze niet zo gevaarlijk moesten doen terwijl wij onze uiterste best deden om maar niet te laten blijken dat het ónze kinderen waren. Of... Met andere woorden: Een dierentuin is een prachtige plek om naar mensen te kijken. Vraag maar aan de dieren... |