Het mannetje 83 (Onbaatzuchtig?) |
vrijdag 27 november 2009 | |
Ik noemde elders op deze site een voorbeeld van onbaatzuchtigheid. Dat je iets voor anderen over hebt zonder er wat voor terug te verlangen. Je cijfert jezelf weg ten gunste van een ander. Je hebt niet de verwachting of het verlangen dat de ander daar iets tegenover stelt. Dat hoeft ook niet. Want omdat je van de ander houdt, doe je het graag. Of is dit toch te rooskleurig voorgesteld? Jezus zelf noemt het voorbeeld van het organiseren van een maaltijd. Hij houdt zijn gehoor voor dat ze dan niet vrienden, familie en verwanten moeten uitnodigen met de gedachte 'dan vragen ze mij vanzelf weer een keer terug'. Nee, nodig juist mensen uit die het níet terug kunnen doen. Daar zullen ze voor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen, Lucas 14 : 12 - 14. Dat staat niet op zichzelf natuurlijk. Jezus was te gast bij een vooraanstaande farizeeër en merkte daar hoe het ging om de eer. Men kickte erop als er tegen hen werd opgekeken. En dat heeft altijd gevolgen voor de manier waarop je je gedraagt. Dan ga je berekenend te werk. Dan doe je iets niet vanuit je liefde voor de ander maar dan doe je iets met een doel voor ogen. Dat anderen tegen je opkijken bijvoorbeeld. Schone schijn. Hyacinth Bouquet die een feestje organiseert waarbij haar zus en vooral haar zwager Onslow niet welkom zijn. Want wat zal de uitgenodigde dominee wel niet denken... Toch is het niet zo dat onbaatzuchtigheid alleen maar geven is. Ik denk dat iedereen wel de ervaring kent dat het ook voldoening geeft. Iemand helpen of aandacht geven kan ook voor jezelf een heel positieve opbrengst hebben. De waardering of de dank die wordt uitgesproken door degene die je helpt bijvoorbeeld. Zeker als waardering een van de liefdestalen is waar je gevoelig voor bent kan dat goed werken. Stimulerend. Belonen is iets wat God ook doet. Zie maar diezelfde tekst uit Lucas 14. Alleen, als het je daarom om te doen is dan gaat het verkeerd. Want dan is je doel niet meer het helpen van een ander maar het krijgen van de waardering. Ik weet dat het voor mezelf een valkuil is. Want als je van iemand dan geen waardering of dank krijgt dan wordt het opeens een stuk minder fijn om je diensten aan te bieden. En dan ervaar je degene die de hulp vraagt meer als een lastpost: 'daar heb je hem weer...' Vandaar ook dat Paulus is een van zijn brieven slaven oproept om hun werk te doen als was het voor God zelf. Want er zullen er genoeg zijn geweest die van hun aardse heer in plaats van waardering alleen maar snauwen, grauwen of een pak slaag kregen. Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen – uw meester is Christus! Maar gelukkig zijn er ook mensen die op die Meester willen lijken. Die wél hun waardering laten blijken. En ook mensen die op een andere manier op hun Meester willen lijken. Die niet liefhebben omdat er een beloning tegenover staat maar omdat ze gewoon líef hebben. Niet uit egoïstische bedoelingen maar omdat ze weten dat God het zo wil. En omdat het straks, als Jezus terugkomt, ook zo gaat. Waarom er dan nu alvast niet mee beginnen? |