Het mannetje 87 (Open graf) |
dinsdag 05 januari 2010 | |
Het kan me weleens benauwen. De gedachte hoe vaak ik nog aan een open graf kom te staan. De afgelopen 20 jaar heb ik het misschien gemiddeld 3 keer per jaar meegemaakt. Van heel dichtbij tot wat verder weg. Van eigen gezin tot familie, van kerkelijke gemeente tot vrienden of buren. Drie keer per jaar. Dat is niet veel als ik bedenk hoe groot onze familie- vrienden- en kerkelijke kring is. Naarmate je ouder wordt zal het dus ook vaker voorkomen. Want dan zullen steeds meer leeftijdsgenoten je gaan ontvallen. Heel oud worden brengt daarom ook veel verdriet met zich mee. En zo stonden Ineke en ik ook vanmiddag weer aan een open graf. Een moeder van bijna 47 jaar oud. Man, vier kinderen, broers, zussen. En heel veel familie, vrienden en gemeenteleden uit allerlei plaatsen. Ik kende Jannie Volmer uit de tijd dat ik in Zoetermeer woonde. Ze waren in hetzelfde jaar getrouwd als Janneke en ik. We zagen en spraken elkaar regelmatig in die tijd. En toen ik alleen overbleef bood zij aan om wekelijks mijn huis schoon te houden. Ik heb vanmiddag uit de toespraak van een van haar zussen begrepen dat het een van haar eigenschappen was. Altijd klaar staan voor een ander. Een zo jonge moeder die plotseling uit het leven wordt weggerukt. Ik kan me voorstellen dat het mensen boos maakt. Ik ken zelf de vragen ook. Als een huwelijk op de klippen loopt en man en vrouw gaan uit elkaar dan zeggen we vaak dat de kinderen er de dupe van worden. Hen wordt dan een stabiele thuissituatie ontnomen. Maar als een van de twee overlijdt geldt eigenlijk hetzelfde. Kan een kind zonder zijn moeder? Als ik eraan denk dat het bij ons zou gebeuren dan knijpt mijn keel dicht. Wat een verdriet... En toch laat God het gebeuren. Er zijn vaders en moeders die jong sterven. Er zijn kinderen die al op jonge leeftijd moeten missen. Jannie had het zelf meegemaakt hoorden we vanmiddag. Twaalf jaar oud was ze toen haar vader stierf. En wie kent niet de voorbeelden uit eigen kring? Toen wij op oudejaarsavond het bericht hoorden waren we er stuk van. En we zeiden tegen elkaar dat je er inderdaad ook echt altijd op voorbereid moet zijn. Niet iedereen wordt oud. Niet iedereen krijgt eerst een ziekbed. Het kan ook plotseling gebeuren. Leven in het geloof dat Jezus Christus je Verlosser is is daarom van levensbelang. De tekst bij de ingang van de begraafplaats in Bergschenhoek is heel confronterend, maar wel waar: Zijt ook gij bereid? Maar het geldt ook andersom. Het kan ook de ander overkomen. Je man, je vrouw, je moeder of vader, je kind. En dan moet je er ook klaar voor zijn. Om los te laten. Leven in het geloof dat niet dit leven het een en het al is maar dat je op weg bent naar het Vaderhuis. En dat er geen garantie is dat je daar tegelijkertijd aankomt. Hoe gelukkig je samen ook was. Dan moet je er vrede mee krijgen dat God een andere weg verkiest. En dat is verdraaid moeilijk. Want hoe fijn het ook is voor degene die sterft, (geloven is aanschouwen geworden) voor wie achterblijft breekt een moeilijke tijd aan. En natuurlijk blijf je niet ongetroost achter, maar wat kan geloven op sommige momenten dan moeilijk zijn. En wat kan verdriet dan ontzettend schrijnen. Wat zouden we van een hoop ellende verlost zijn als Jezus snel terug kwam... Of ben ik nu te egoïstisch? |