Het mannetje 92 (Kerkelijke tucht 3) |
maandag 15 maart 2010 | |
Kerkelijke tucht is dus geen kille rechtspraak. In de Bijbel staat juist dat op elkaar toezien bedoeld is om samen verder te komen. Te groeien in geloof. En bij geloof in Jezus Christus hoort eveneens dat je Hem gaat navolgen in je leven. Dan volg je niet meer je eigen begeerten maar je laat je leiden door de Heilige Geest. Dat houdt in dat je wilt leven naar Gods geboden en nee zegt tegen de zonde. Want als je zondigt zet je je relatie met God op het spel. Bewust (of onbewust?) een weg gaan die ingaat tegen de wil van de Here veroorzaakt een breuk met Hem. Zoals Johannes schrijft: Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht –, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. En daar heb je elkaar voor nodig. Want Jezus navolgen in het doen van de wil van God is sowieso al moeilijk maar helemaal als je het in je eentje moet doen. En daarom zie je in een kerkelijke gemeente ook op elkaar toe. Want je wilt niet dat iemand zijn eigen hart weer gaat volgen en zo het geloof in God kwijt raakt. En dus spreek je elkaar aan als je merkt dat iemand het moeilijk vindt om zijn geloof in praktijk te brengen. En daar zit nu de moeilijkheid... Want hoe aanspreekbaar ben jij op je daden? Stel je voor dat je nogal gemakkelijk over anderen roddelt. Iemand zegt dat tegen je. Vraagt je waarom je dat doet. Of je dat wel kunt maken. Hoe reageer je dan? Geïrriteerd? Of geef je toe dat je fout zat en neem je jezelf voor om te veranderen op dat punt? Of je raakt in gesprek over geldbesteding en een ander vraagt je naar het waarom van je keuze voor die nieuwe Mercedes. Prikkelt je dat? Of durf je ook eerlijk te zijn over je beweegredenen? Zo hebben christenen over veel zaken een vastomlijnde mening. Gegrond op de Bijbel. Over echtscheiding en overspel. Over homoseksualiteit. Maar hoe principieel ben je nog als je zelf te maken krijgt met verliefdheid op een andere vrouw? Of als je eigen zoon of dochter homo of lesbienne blijkt te zijn? Dan blijken er opeens heel andere argumenten een rol te gaan spelen. 'Ik mag toch ook gelukkig zijn?' 'Je kunt toch niet verlangen dat hij z'n hele leven alleen moet blijven?' Goede omgang met kerkelijke tucht kan alleen als je zelf ook uit genade leeft. Als je weet hoe zondig je zelf bent. Als het je er niet om te doen is om een ander de maat te nemen maar om hem echt verder te helpen. Als je bereid bent om ook je eigen tekortkomingen onder ogen te zien. Als je ook je eigen kleinheid bij het kruis van Golgotha brengt. En dat vraagt om eerlijkheid. Als dat toch eens kon in een gemeente... |