Bloemencorso |
zaterdag 14 augustus 2010 | |
Zaterdag 14 augustus 2010 Ik haal de hoofdsteunen eraf en met een handige beweging klap ik de achterste bank op. Omdat ik weet dat één opgeklapte bank niet genoeg is herhaal ik hetzelfde trucje bij de bank ervoor. Vervolgens til ik de achterste voorzichtig een stukje op zodat de bevestiging los komt en schuif hem in z'n geheel iets naar voren. Zo, nu kunnen er twee fietsen achter in de VW. Handig toch? Nadat we vanmorgen getweeën de tuin hadden gewied, geschoffeld en geharkt was het vanmiddag tijd om onszelf te trakteren op een uitje. Rik moest voetballen, Sam had een feestje en Bart moest van ons na een ochtend computeren gewoon wegwezen naar het voetbalveld. De rest kon voor zichzelf zorgen. Want wij wilden naar het Rijnsburgse Bloemencorso. En dus laadden we de fietsen in en vertrokken even na het middaguur richting Leiden. Bij het Transferium aldaar parkeerden we de auto en stapten we op de fiets. Prachtig weer was het. Nu heb ik mijn jeugd doorgebracht in Katwijk en sentimenteel als ik ben moest ik natuurlijk de bekende plekken van vroeger weer bij langs fietsen. Over de Cantineweg langs de watertoren bijvoorbeeld. Naar het Bosplein. Langs het huis van opa en oma Heemskerk op de Koningin Julianalaan. De Zeeweg op. Ik wees Ineke waar we vroeger altijd naar het corso stonden te kijken. Bij het Waterloopje. Het tuinpad van mijn vader maar dan anders. En overal zaten er al mensen langs de route. We besloten de stoet maar tegemoet te fietsen en reden de Rijnstraat in. Bij Hotel Roskam kwamen we de eerste bloemenauto tegen. Ik wees Ineke op het straatnaambordje aan de overkant. De Van Egmondstraat. Hoe kun je het zo uitkienen... Toen het muziekkorps van DVS in zicht kwam kreeg ik gewoon een brok in mijn keel. Of het van de muziek kwam vroeg Ineke. Eerlijk als ik ben vertelde ik dat het ook de herinnering aan vroeger was. Wat er in dertig jaar ook allemaal veranderd is in de wereld, één ding is hetzelfde gebleven. Het Bloemencorso van Rijnsburg. Als het corso voorbij is fietsen we naar de Kwakelweide. Daar had mijn vader vroeger een stuk land waar hij groente op verbouwde. Peterselie, boerenkool, bonenkruid, aardbeien en aardappels. Ik ben benieuwd hoe het er nu uitziet. Helaas, er staat een hek voor. Ik zie wel de kassen van mijn neven maar verder komen we niet. Er zit een bordje op het hek waarop staat: Stiltegebied. Verboden toegang voor onbevoegden. We keren om. Soms zijn herinneringen genoeg. |