Tweede levensgezel |
maandag 18 oktober 2010 | |
Ik moet u iets bekennen... Naast Kees heb ik nóg een levensgezel. Ik zie u staren. U staat vast verbluft, maar tegenwoordig is niets meer vreemd toch? Alles kan tenslotte en hoe ouder hoe gekker. Maar nee, het valt mee, ik kan u geruststellen. Hij rijdt alleen maar in de auto met mij mee, waarbij hij overigens lekker door niemand gezien wordt. En bovendien laat hij zijn vertrouwde zachte stem alleen maar horen wanneer het echt nodig is. Hij gidst me als het ware langs therapeutische weg naar mijn bestemming. En geduldig dat hij is! Echt waar, zo kom je ze niet vaak tegen. Want zeg nu zelf, vrouwen en de weg zoeken, dat is alleen maar vragen om problemen. Begint het al te dagen? Ja, hij heet Tom, TomTom. Want ik ben DomDom. Maar dat kan mij niet schelen, de techniek staat voor niets en brengt mij heerlijk waar ik wezen moet. Dat geeft mij veel vertrouwen als ik bijvoorbeeld een erg lange tocht moet maken zoals op vakantie naar Frankrijk… De hele auto, vol met passagiers, mag snurken want Tom wijst mij immers de weg, al is het midden in de nacht! Ik vertrouw op hem. Zo vertrokken Rik en ik vanmorgen om 7 uur richting het prachtige Limburgse land. Rik moest namelijk naar een voetbaltrainingskamp. Jaja, zo gaat dat met echte profs zeg maar. Dus voor dag en dauw klommen we in de bus en stookten het samen lekker warm. Natuurlijk werd mijn levensgezel nummer twee Tom ingeschakeld en gelukkig was hij ook al vroeg uit de veren. Gisteren al geprogrammeerd dus we waren er helemaal klaar voor. Onze bestemming was Jeugdbuitenverblijf De Kasteelhoeve in Valkenburg aan de Geul. Tom gaf aan dat we er binnen twee en een half uur toch wel zeker moesten aankomen. En dat kwam mooi uit, want onze planning was half tien. We zetten een rustig muziekje op en we hadden wel zin in een autoritje. Tom stuurde ons richting A12 en bij Waddinxveen vertelde hij op zoete toon, neem de afslag! Maar nee, !neke was eigenwijs, want volgens Kees kon ik beter over Utrecht gaan. Dus sorry Tom, niet boos worden, we volgen even onze eigen intuïtie. En gelukkig, Tom begon niet te schelden, nam het sportief op en improviseerde een andere route. Maar al snel kwam ik er achter dat ik een domme fout had gemaakt, want het verkeer ging langzamer rijden en wat bleek, we sloten aan in de staart van een file. Ik belde snel Kees, mijn andere vertrouwenspersoon, en tetterde: ‘Nou lekker, ga ik over Utrecht zit ik met nog geen kwartier rijden al in een file en dat ’s morgens om 7 uur.’ En ja, daar kon Kees natuurlijk ook niets aan doen. We luisterden naar de verkeersberichten en ja hoor, bij Woerden was een ongeluk gebeurd en daar was als gevolg daarvan een wegstrook afgesloten. Maar liefst 13 kilometer file! Tja, en wat doe je dan? Je kan gewoon niets en Tom? Tom houd gewoon zijn mond. Ik dacht nog bij mezelf, kon Tom mij nu ook maar vertellen waar de files zich bevonden. Maar eerlijk is eerlijk, ik kon en mocht Tom niets kwalijk nemen, want als het aan Tom had gelegen waren we over Rotterdam gegaan. En heel langzaam kwamen we vooruit. Rik zakte daardoor heel langzaam als een zak aardappelen naar beneden. Plus dat zijn ogen op een gegeven moment alleen maar gericht waren op de aankomsttijd. Zo handig om te weten joh! Alleen niet als je in een file terecht komt, dan krijg je er op slag maagzuur van. Afijn, een uur of wat later kwamen we bij Utrecht aan. En gelukkig was alles opgelost, we konden weer stevig doorrijden en ik gaf Tom een aai over zijn bol. We genoten van de opgaande zon en de laaghangende mist boven de weilanden. Prachtig om te zien! Alleen zouden die auto’s daar niet moeten rijden, maar verder… We reden over de Waal, we passeerden de torenspits van Bim-Bam-Bommel. We luisterden nogmaals naar de verkeersberichten en een stem vertelde ons dat het zeer rustig was op de weg, - gelukkig- maar dat er alleen tien auto’s op elkaar gebotst waren vlak voor Eindhoven. Ik riep geërgerd uit: ‘Nee, hé! Precies waar wij langs moesten!’ Opnieuw belde ik Kees… terwijl ik wist dat hij er natuurlijk niets aan kon doen. Maar ja, wat moest ik anders? Ik kon het wel tegen Tom vertellen maar die praatte helaas niet terug. Kees adviseerde me gewoon de geplande aankomsttijd uit mijn hoofd te zetten en Rik zijn trainer maar even te bellen dat het helaas wat later zou worden. Aangezien Rik en ik toch bijna op klappen stonden en de auto droog, namen we bij de eerste de beste benzinepomp een pitstop. We tankten en loosden en we kochten wat lekkers, daar knapten we echt van op. Vervolgens belden we de trainer en die was natuurlijk één en al begrip. De tocht werd voortgezet en na veel bloed, zweet en tranen kwamen we om tien minuten voor elf bij het kasteel aan. We werden enthousiast ontvangen en het kasteel binnen geleid. Eh, tenminste, dat wil zeggen, de kasteelhoeve… Want ja, ik kwam natuurlijk maar een gewone voetballer brengen en geen prins of jonkheer. De kleding werd omgewisseld en Rik ging heerlijk met zijn team een balletje trappen. En ik? Ik maakte direct samen met Tom rechtsomkeert, want ik wilde graag voor het donker thuis komen, je weet tenslotte maar nooit wat je tegenkomt onderweg, hé Tom? |