Stel je voor |
woensdag 03 november 2010 | |
Woensdag 3 november 2010 Het zou zomaar je dochter kunnen zijn. Een jaar of veertien-vijftien oud. Ze leidt als scheidsrechter een voetbalwedstrijd tussen pupillen. Ze heeft zojuist een corner gegeven. Een spelertje van Jodan Boys neemt de bal en geeft hem voor het doel. Daar staat een stoere verdediger van Soccer Boys die de bal tegen zijn armen krijgt omdat hij die beschermend voor zich houdt. De fluit snerpt. Penalty! Ik zie de leider van Soccer Boys protesterend het veld inlopen. Terecht natuurlijk! Had ik ook gedaan. Hij vertelt het meisje dat dit geen strafschop kan zijn. De jongen houdt de bal toch niet bewust tegen? Als hij nu zijn armen nog had uitgestoken, oké. Maar dit was ter bescherming! Ook de ouders langs de kant geven luid protesterend blijk van hun ongenoegen. Ik geef hen groot gelijk. Dit mag je niet bestraffen met een penalty. Daar komt nog bij dat je geen strafschoppen toekent bij F-wedstrijden. Dat was ons als leiders pas nog verteld. Of het moet zo zijn dat een klein Suarezje op de doellijn een goal voorkomt, dan is het natuurlijk een ander verhaal. Maar dit? Intussen is er een man met een KNVB-pak het veld ingelopen en hij duwt de leider weer buiten de lijnen terwijl hij tegen het meisje zegt dat ze haar beslissing niet moet terugdraaien. 'Als jij vindt dat het een penalty is dan is het er één!' Het blijkt iemand te zijn die haar scheidsrechterskwaliteiten moet beoordelen vandaag. Ze doet een soort van examen. De strafschop wordt dus toegekend en verzilverd, de stand is 1-0. In de rust wordt er druk overleg gevoerd tussen het meisje, de begeleider en nog een ander. Als dat is afgelopen vraag ik de begeleider of ik hem wat mag vragen. Dat mag. Ik vertel hem dat ik dacht dat er bij F-wedstrijden geen penalties toegekend mochten worden, behoudens dan bij heel duidelijke overtredingen. Hij beaamt dat. 'Ik had hem zelf ook niet gegeven nu,' zegt hij, 'maar zij was ervan overtuigd dat dit een heel duidelijke handsbal was, vlakbij het doel, en daarom gaf zij hem wel. En als de scheidsrechter vindt dat het zo is dan moet je je daar als leider of als ouders langs de kant bij neerleggen. Daarom nam ik het ook voor haar op.' Tja, daar zit wat in, bedenk ik me. Zo'n meisje loopt daar misschien wel gespannen over het veld en dan gaan wij haar staan toeschreeuwen dat ze een verkeerde beslissing neemt. Stel je eens voor dat het je eigen dochter zou zijn... |