Menu Content/Inhalt
Lek geprikt!
donderdag 24 maart 2011

ImageVandaag ga ik na schooltijd naar de sporthal… Nee webbie, niet wat u denkt, voor een gezellige pot voetbal, lekker slingeren als een aap in de ringen, of springen als een haas op een trampoline. Nee niets van dat al! Heeft u wel eens gehoord van Difterie, Tetanus, Polio, Bof, Mazelen en Rodehond? Tja, zal u denken, wat heeft dat nu met een sporthal te maken? Vandaag alles, want tegen al deze vreselijke ziektes krijg ik in de sporthal twee vette prikken. In iedere spierbal één. Heb ik even mazzel…

We sluiten netjes om kwart over vier aan in de rij met allemaal kinderen die geboren zijn in 2002. En die rij is me lang… we staan zelfs helemaal buiten op de stoep. Het is duidelijk erg druk! Een stukje verderop komen allemaal opgeluchte kinderen weer naar buiten toe gerold, bijna allemaal lachend, maar hier en daar ook een traan en een wit weggetrokken bekkie. Tja, denk ik met een zucht, zij hebben de prikken al te pakken. De meeste kinderen voor mij zijn erg zenuwachtig en sommige kinderen staan te huilen. Kijk eerlijk gezegd maak ik ook liever rechtsomkeert, maar ik weet nu eenmaal dat het goed voor mij is. Dus gewoon maar even de tanden op elkaar en aan iets leuks denken of zo.

Zodra we eindelijk de sportzaal binnenkomen, lijkt het nog veel drukker. Er is zelfs een EHBO ruimte. Ik vraag aan mama waarom is hier een EHBO aanwezig? Mama zegt lachend: ‘Dat is voor de kinderen die ze lek prikken!’ Ik schrik me natuurlijk een rotje, want daar heb ik niet aan gedacht. Maar natuurlijk is dit, vaste prik, een grapje. En terwijl we daar staan te wachten, valt er elders in de hal een jongetje zomaar flauw. Snel wordt hij door een sterke broeder opgeraapt en weggebracht naar de EHBO post. Een ander meisje gaat heel hard krijsen. Maar ik gedraag me dapper! Trek mijn vest uit en laat mijn spierballen zien. Ik ben de laatste in de rij. Een heel stoer meisje is nog voor mij en daarna ben ik aan de beurt. Samen met mama praat ik over mijn vorige prik, toen was ik echt heel zenuwachtig, ik kreeg toen chocolade muntjes. Maar nu ben ik al weer stukken groter en grote jongens huilen niet, prent ik mezelf in.

En mama legt me uit dat een prik je lijf leert vechten. Om je lijf te leren vechten tegen een ziekte, moet het de ziekte herkennen. Pas dan kan je lijf tegengif maken. Daarom is een prik gemaakt van bijna hetzelfde spul dat je ziek maakt. Alleen is er maar een heel klein beetje van dat spul genomen en is het een beetje veranderd. Je wordt daardoor niet ziek, maar je lijf wordt gefopt. Het denkt: help daar is de ziekte, ik moet gaan vechten! En je lijf leert vechten tegen die ziekte. Als de ziekte dan een keer echt probeert in je lijf te komen, weet je lijf hoe het moet gaan vechten. Want dat heeft het al een keer geleerd en geoefend.

En dan ben ik aan de beurt. Even lijkt het erop dat er prikjes te weinig zijn, maar helaas wordt er ergens uit een koelkast toch nog een prik tevoorschijn getoverd. Ik neem als een moedige man plaats op een stoel en aan beide zijde zit van mij een dame te wachten. Een dame met gevaarlijke vuurrood gelakte scherpe nagels. Ze vertellen me vriendelijk wat me staat te wachten. Vervolgens worden mijn beide armen door die vurige nagels beetgepakt, ik kan echt geen kant op, wegrennen heeft geen zin, want ik wil immers niet ziek worden. En dan voordat ik het weet, voel ik aan beide kanten de naalden in mijn armen boren, ik bijt mijn tanden op elkaar en denk aan mijn verjaardag. Op langzame en vriendelijke toon tellen de lieftallige dames tot tien en ik denk nog, hoe weten zij dat ik tien word met mijn volgende verjaardag, die overigens nog heel ver weg is…?

En in een mum van tijd zit het vel gekleurde goedje in mijn spierballen en ik slaak een diepe zucht vanuit mijn tenen. Met op beide armen een pleister verlaat ik even later stoer de sporthal. Ik heb de DTP en de BMR inenting te pakken en voorlopig prikken ze mij niet meer lek!

 

Klik hier!

Klik hier
designed by www.madeyourweb.com