Geduld |
dinsdag 05 april 2011 | |
Dinsdag 5 april 2011 Ongedurig kijken ze elkaar aan. Moeder en dochter. Marokkaans? Dan een blik op mij. Hoe laat het is. Kwart voor vier. 'Maar dat kan toch niet! Duurt veel te lang!' En met grote stappen verdwijnt dochter naar de balie. 'We zitten al meer dan een half uur te wachten! Dat kán toch niet!' Ik zit in de wachtruimte bij Balie 18 van het Sint Franciscus Gasthuis. Ruim op tijd want je weet nooit. Stel je voor dat het nu wel snel gaat... Vijf minuutjes later schuiven de beide dames aan. In rap koeterwaals worden de passerenden besproken. Dat denk ik tenminste als ik hun blikken zie. En ik ga op mezelf af. Zouden ze naar dezelfde arts als ik moeten? En wie gaat er dan eerder? De tijd tikt verder. Als het vier uur is geweest naderen de vrouwen het kookpunt. Zij hadden een afspraak om kwart over drie. Ik vijf minuten later. Dat zal toch niet bij dezelfde internist zijn? Plots zie ik het bekende gezicht van mijn behandelend arts. Ik maak al aanstalten om te gaan staan. Maar nee, ze loopt met uitgestoken hand op moeder en dochter af. Het zal toch niet waar zijn? Maar dat is het wel en met een medelijdend lachje mijn kant op drentelen de gesluierde vrouwen richting behandelkamer. Nou, ik ga nog maar eens verzitten. Dit kan wel weer een kwartier gaan duren. Ik pak m'n mobiel en twitter nog maar wat. Je moet toch iets doen? Na een stief kwartiertje, een uur na de geplande tijd, mag ik dan eindelijk binnenkomen. 'Nou, u hebt wel een overlopende agenda vandaag, geloof ik...' Ik kan het niet nalaten om het even te zeggen. 'Ja, meneer van Egmond, dat is het nadeel als u helemaal als laatste aan de beurt ben, dan wil het nog weleens uitlopen.' Ja, vertel mij wat... Denk overigens niet dat ze nu vraagt hoe het met me gaat. Dat maakt haar niet zoveel uit bedenk ik vilein. Ze gaat me weer vertellen wat de uitslag van de scan was. Om mij vervolgens vragend aan te kijken: 'Had ik u nu al medicatie voorgeschreven?' Hm? Weet ze dat niet meer? Staat dat niet in m'n dossier? 'Ja, ik slik nu vier weken Strumazol en drie weken Thyrax. Ik voel me goed nu. En ik moet u ook nog wat opbiechten.' Ze kijkt me bevreemd aan en gaat er voor zitten. Ik vertel haar van mijn homeopathische avonturen en dat ik daarom een paar weken later pas ben gaan slikken. Ik zet me schrap voor het standje, maar dat komt niet. Ze blijft vriendelijk en zegt dat ze er niet gek van opkijkt dat homeopatie in dit geval niet helpt. Dat ligt volgens haar aan de aard van de ziekte. Een op hol geslagen schildklier moet met grof geweld worden aangepakt. Vandaar Strumazol. En in veel gevallen blijkt het auto-immuunsysteem na een of twee jaar weer tot rust gekomen zodat er dan weer afgebouwd kan worden. Zo leert haar ervaring. Zoeken naar een oorzaak heeft volgens haar ook niet zoveel zin. Een speld in een hooiberg. Of neem reuma. Ook daar is niet van bekend waardoor het ontstaat. We spreken af dat ik over vier weken bloed laat prikken. Over vijf weken vertelt ze me dan de uitslag en ook of er in de medicatie iets moet wijzigen. Ik hoef daarvoor niet naar haar toe te komen. Ze gaat me bellen. Dat is mooi, scheelt een ritje en een heleboel tijd. Was vast een ideetje van die twee Marokkaanse vrouwen... |