Donder en Bliksem! |
vrijdag 01 juli 2011 | |
Het koude zweet brak me uit. Ik maakte me klein en rolde me op en kroop zover mogelijk onder mijn dekbed. Trok het kussen over mijn hoofd en stak mijn vingers in mijn oren. De haren op mijn armen en benen rezen ten berge. Ik was bang, ontzettend bang! Wat zou ik doen? Ineens sprong ik uit mijn bed, deed het licht op de overloop aan en rende in een reflex in grote sprongen de trap af naar beneden. Opnieuw een grote flits en daarop volgend een genadeloze donderklap. Ik rukte de slaapkamerdeur van papa en mama open. Nu begon het ook nog pijpenstelen te regenen… Het natuurgeweld was compleet. Wolkbreuken en oorlog, hoog in de donkere lucht. Zou dit het einde zijn van de wereld? Mama hield gastvrij haar dekbed omhoog en als een angsthaas sprong ik in haar armen. Ik bibberde en begon te huilen. Opnieuw gekraak, een flits, de kamer werd verlicht en een oorverdovende knal volgde. Mama hield me vast en zei geruststellend: ‘Je hoeft niet bang te zijn..’ Ik kroop nog verder in mijn schuilplaats terwijl de donder buiten weer voorbij rolde. Heel langzaam trok het onweer over. En toen ineens fluisterde mama in mijn oor: ‘Wil je weten in welk E-team je ingedeeld bent?’ Ik kon m’n oren niet geloven, natuurlijk wilde ik dat weten, ondanks mijn angsten voor het onweer. Wat een domme vraag zo midden in de nacht. Ik kroop weer wat te voorschijn. En toen klonk ineens weer mijn moeders fluisterstem: ‘De E2!’ Even dacht ik dat ik het niet goed verstond of dat ik drommde. En toen riep ik het uit: ‘Echt?’ Ik vergat het onweer dat in de verte nog een beetje narommelde. ‘Yes, E2, wat ben ik trots!’ Als een stoere vent gleed ik weer uit het grote bed van papa en mama. Ik kon de hele wereld aan, want ik word keeper van de E2! Wat een geweldig idee! Ik gaf mama vlug een kus en vertrok. Zachtjes trok ik de slaapkamer deur dicht, op mijn tenen liep ik naar boven. Deed het licht op de overloop weer uit. Ik nestelde me weer heerlijk in mijn eigen bed. Op de pannen van het dak tikte de regen. En verder ben ik het vergeten… Ik ben in slaap gevallen en droomde weer weg. Met de reuk van het verse natte gras, de mazen van het net dat in het doel hangt, ik leun tegen de doelpaal. M’n bloed kriebelt in mijn benen, ik kan gewoon niet stil staan. Ik ben er klaar voor, kom maar op met die bal! Ik kan de hele wereld aan! |