Aardappelschijfjes |
donderdag 18 augustus 2011 | |
Donderdag 18 augustus 2011 Ik zit heerlijk onder de luifel van de voortent in het zonnetje een boek te lezen. Vanuit mijn ooghoek zie ik de auto van de overburen het gras oprijden. Ze zijn net boodschappen wezen doen weet ik. Het rechtervoorportier zwaait open en meteen daarna ook het achterportier. Met een klap hoor ik de eerste weer dichtslaan. Meteen gevolgd door een ijselijke gil en daarachteraan 'Doe die deur open! Doe open! M'n hand zit er tussen!!!' Ik spring uit mijn luie stoel en ren richting auto. De puber heeft net z'n hand weer los van de deurspijl en schreeuwt alles bij elkaar. Woest wil hij een vlakbij staande stoel door de midden schoppen maar hij mist en raakt in plaats daarvan alleen maar lucht. 'Naar de kraan!' hoor ik een andere buurman roepen. Zijn vader (deze keer echt de dader) begint als een kip zonder kop rond te rennen, de verkeerde kant op. 'Hierheen!' wijs ik. Samen hollen ze naar het verkoelende water. Een flashback schiet door mijn hoofd. Een jaar of twaalf was ik. Op zaterdagmorgen met mijn broer Hans mee naar bloemenveiling CCWS in Honselersdijk. Vroeg weg en zo tegen half twaalf weer naar huis. Even snel instappen en iemand anders gooide de deur dicht. Met mijn hand er nog tussen. Gegild heb ik. O, wat deed dat zeer. Ik voel mee met die jongen op de camping. Het stromende water helpt. Inmiddels is er ook een buurvrouw aan komen lopen met een zak bevroren aardappelschijfjes. 'Doe hier je hand maar in, dat gaat de zwelling tegen.' zegt ze. Zijn vriendje verbaast zich nog steeds over het feit dat de deur in het slot viel terwijl z'n hand er tussen zat. Maar als ik hem een half uur later vraag hoe het gaat blijkt het al stukken beter te zijn. Alle goede zorgen werpen hun vruchten af. De moraal van het verhaal? Zorg dat je altijd, zelfs op de camping, bevroren aardappelschijfjes voorhanden hebt. |