Jubileum |
zaterdag 24 september 2011 | |
Zaterdag 24 september 2011 Vlak naast me wordt een oude eik geveld. De motor ronkt dat het een lieve lust is. Een stukje verderop is iemand met een beuk bezig. Het gaat niet zo gemakkelijk zo te horen. Er klinken flarden van woorden tussendoor en er wordt heftig geslikt. Ik zucht nog maar eens diep, draai me om met slaapzak en al en pak mijn mobiel en het snoertje met oortjes. Het is vier uur in de ochtend. Eens kijken of Chris de Burgh in staat is om het gesnurk te overstemmen... Voor de vijfentwintigste maal op stap gaan met een groep broers/zwagers is niet zomaar iets. Dat noem je een jublieum. En daar mag iets bijzonders van worden gemaakt. En dus worden er in plaats van één dag, twee dagen voor uitgetrokken om dat te vieren. Vandaar dat negen man sterk op vrijdagmorgen al koers zet richting het Limburgse land. Er wordt doorgereden tot vlak over de grens met België. In Teuven, bij Moeder de Gans, ligt het eindpunt. En had het qua weer beter getroffen kunnen worden dan nu? Nee. Alsof de hele zomer er naar toe heeft gewerkt om de droge dagen op te sparen voor deze gebeurtenis. Wolkenflarden die oplossen in de warme stralen van de zon. Het leven lacht en wij lachen mee. En dat mede dankzij onze gids Sjef. Hij vermaakt ons tijdens een Trappistenbier Proeftocht van vier kilometer lengte met kostelijke anekdotes. Over paterkes en nonnekes, kippen die niet kunnen kiezen tussen op stok of de eieren en uiteraard over bier. We heffen op hem het koetsiersglas. En we zullen voor altijd onthouden waarom zijn tweede kind een telefoonkind was. De maaltijd is zoals een Begische maaltijd hoort te zijn. Overvloedig, smakelijk en gezellig. Voor dat laatste is meer nodig dan eten. De jongens van Paulus (en Jannie) de Wit bijvoorbeeld. Gespreksstof te over. Sprekende monden en luisterende oren. Humor in alle soorten en maten. En dat gaat daarna door. In een rokershut met kampvuur. Een gitaar en een passend lied op 25 jaar Broederdag. Hartverwamend en tóch kippenvel. Het kan allemaal. Dan al wordt er met angst en beven uitgezien naar morgen. Twee uur mountainbiken. Sommigen slaat de schrik om het hart. 'Laat mij maar liggen...' Maar voor het zover is, genieten we van de stilte van de nacht. Jaja. De stilte van de nacht. Vergeet het maar. Om zes uur 's morgens, bij het krieken van de dag, wordt het een van ons te machtig. Terwijl de haan kraait sluipt hij van zolder richting auto om daar nog een paar uur slaap te pakken. Het is hem wel duidelijk waarom er zo wordt opgezien tegen het fietsen. Als je de nacht ervoor eerst een heel bos hebt moeten omhakken... |