Down under |
maandag 30 januari 2012 | |
Maandag 30 januari 2012 'Nog niks van Job gehoord.' We zitten samen aan tafel. Maandagmiddag half een. Etenstijd. Te wachten op bericht uit Australië. Blijft toch spannend. Je brengt hem weg op zaterdagochtend en dan is het allemaal nog een beetje vreemd. Veel te vroeg aanwezig natuurlijk. Want stel je voor dat je het vliegtuig mist. Daar wil je gewoon niet aan denken. En dus staan we elkaar na een half uur op Schiphol wat vertwijfeld aan te kijken. Nóg een uur staan daar? Nee dus. Job en Stefan, zijn medestagair, hebben het allang gezien. Zij gaan door de douane, een pilsje pakken in het Heineken house. Lacherig nemen we afscheid. Een traan van Ineke, maar het valt haar mee. De vriendin van Stefan heeft het zwaarder. Hij ook trouwens. Je zult elkaar toch vijf maanden moeten missen. Zijn opa valt het ook moeilijk. Hij staat op een afstandje, ogen rood. Na een omarming van twee seconden vindt Job het genoeg. 'We gaan!' Zwaaiend en lachend verdwijnen ze uit het zicht. Het avontuur lonkt. Wij besluiten nog even een rondje over het panoramadek te maken en vertrekken dan ook. Met de auto richting McDonald's. Je moet toch wat... Zaterdagavond even na twaalven krijg ik via Whattsapp bericht dat ze veilig geland zijn in Seoul. Het eten in het vliegtuig was niet te eten en na een uurtje vond Job vliegen ook al niet meer leuk. Gelukkig hoefde hij er toen nog maar negentien. Ze gingen opzoek naar een hostel om de komende vierentwintig uur door te komen. Beetje slapen, beetje door Seoul heen slenteren en eten. Inktvis. En daarna weer naar het vliegtuig. Gisteravond om twaalf uur vertrokken ze richting Sydney. Ik zag het op de website van het vliegveld. En vanmorgen dus, om even over tienen, waren ze down under. Helemaal aan de andere kant van de wereld. Lokale tijd acht uur 's avonds. Als we klaar zijn met eten gaat mijn mobiel. Een vreemd nummer. Ik neem op. 'Hallo! Met Job! We zijn er hoor! Ik bel even met de telefoon van onze stagebegeleider want dan kost het me geen geld. Het lijkt hier Frankrijk wel, heerlijk warm. En we slapen vannacht in een hotel. Morgen gaan we naar het bedrijf om eens te kijken en daarna naar het huis waar we de komende tijd verblijven. Schijnt vrij nieuw te zijn.' Hij klinkt enthousiast. 'Moe? Nee, valt wel mee hoor. Ik heb nog even lekker geslapen in het vliegtuig. Nu zitten we aan een pilsje, dan naar bed en morgen zien we wel verder.' We halen opgelucht adem. De reis is in ieder geval goed gegaan. Nog maar een kleine twintig weken. Job's weblog op de site van het Vakblad voor de Bloemisterij. |