Orthopeed |
vrijdag 10 februari 2012 | |
Vrijdag 10 februari 2012 We stappen uit de auto. Ik heb het parkeerkaartje nog in m'n mond. Tast in mijn binnenzak, maar geen portefeuille. Wat? Oei... Dan kan ik dus ook niet betalen als we weggaan. Dan eerst maar even langs de receptie. Ik zet mijn aandoenlijkste gezicht op en vertel de beide dames dat ik er net achter ben gekomen dat ik geen geld bij me heb voor het parkeren. 'Nou meneer', zegt de een, 'dan zult u hier moeten blijven!' Ik ben met Rik in het Lange Land Ziekenhuis in Zoetermeer. Ergens begin december, Ineke en ik stonden op het punt om weg te gaan, werden we gebeld. Of we Rik konden ophalen van de voetbaltraining. Hij was door z'n knie gegaan en kon niet meer lopen. En inderdaad, het zag er niet goed uit. Omdat het vrijdagavond was besloten we het eerst een nachtje aan te kijken. De volgende dag toch maar naar de Huisartsenpost. En daar was de diagnose niet duidelijk te stellen. Verder onderzoek bleek nodig. Dat kwam er middels een röntgenfoto en vervolgens nog een MRI-scan. En zo staan we nu weer in het ziekenhuis voor de uitslag. De orthopeed mag het verlossende woord spreken. Hij laat op het beeldscherm zien wat eraan schort. Er blijkt wat wolligs bij de kruisbanden te zitten. De meniscus is goed. Drie maanden gerichte fysiotherapie moeten de banden verstevigen waardoor de knie stabieler wordt. 'Kijk', zegt de orthopeed. 'Na die drie maanden moet je dit weer kunnen!' Hij gaat op een been staan en maakt in het wilde weg wat bokkesprongen. 'Als je kniebanden stevig genoeg zijn kun jij dit ook weer!' Leuke vent. Ik vertel hem dat zoonlief evengoed de afgelopen weken aan het voetballen en het schaatsen is geweest. Geen probleem volgens hem. 'Ging het goed met schaatsen? Mooi!' Kijk, zo maak je vrienden. Ik vertel hem bij het afscheid dat we elkaar volgende week weer zullen zien. Zijn wenkbrauwen fronsen. 'O?' Ja, want ik heb zelf ook een onwillige linkerknie. Verdraaid met een potje voetbal en al tijdenlang last van. En je kunt je zoon wel vertellen dat hij naar de dokter moet gaan maar dan moet je zelf ook wel het goede voorbeeld geven... Dus ook maar foto's nemen dan. We lopen op advies van de receptie naar het kantoortje van de dienst Parkeerbeheer. Opnieuw leg ik de situatie uit. Mannen onder elkaar. 'Ik geloof u meneer, geef dat kaartje maar even.' Hij tikt een code in en klaar is Kees. Die bedankt hem hartelijk. Als we buiten lopen grap ik tegen Rik: 'Zo, dat is de zesde keer dat ze erin trappen!' We lachen. Als ik volgende week maar niet weer m'n portefeuille vergeet... |