Het mannetje 4 |
dinsdag 02 mei 2006 | |
Verdriet is het mannetje niet bespaard gebleven in zijn leven. Groot verdriet, klein verdriet, hij wist er over mee te praten. Zijn oom die ernstig ziek werd en aan kanker overleed. Zijn neef en, toen, beste vriend die een nieroperatie moest ondergaan. Een klasgenoot die overleed aan leukemie. Stuk voor stuk gebeurtenissen die diepe indruk maakten. Hij leefde best een onbezorgd leven, maar toch, in zulke dagen kon het hem benauwen. Het leven kon dus zomaar ophouden! En dan? Houvast bood het geloof in God. God die de aarde en de mensen had gemaakt en die ervoor zorgde dat je na je dood toch verder kon leven. Geen moment twijfelde het mannetje er aan dat dit waar was. Het stond toch in de Bijbel? Nou dan! Het verdriet leek ook wel in etappes te komen. Dan was het weer een poos rustig en dan kon het daarna opeens weer heftig worden. Zoals in die tijd, het mannetje was net aan het puberen, dat zijn vader ernstig ziek werd. Een hersentumor. Een urenlange operatie en vervolgens een coma die maar niet op leek te houden. Vier dagen lang angstige spanning of en, zo ja, hoe hij er uit zou komen. De opluchting bij elke vooruitgang daarna. De teleurstelling over lichaamsfuncties die niet leken te herstellen. Bidden, afwachten, weer bidden en berusten omdat God blijkbaar een ander herstel voor ogen stond dan zij wilden. Wat een bewondering ontstond er toen ook voor zijn vader en moeder die zichzelf bleven toevertrouwen aan een Vader in de Hemel die ze niet konden begrijpen. Hoe hunkerde het mannetje in die tijd ook naar een meisje om zijn gevoelens mee te delen. Dat geluk viel hem een jaar later ten deel. Wat was hij de koning te rijk met zijn vriendinnetje! Fijne jaren waren dat, al was het wel woekeren met de tijd, want het leven als tuinder ging nog niet over rozen. Maar ook toen eiste verdriet zijn plaats op. Een opa, twee oma's en de vader van zijn meisje kwamen te overlijden. Hoe goed kon hij zich nog herinneren dat daarna op een zondagavond zijn meisje tegen hem zei: 'Wie zal de volgende zijn?' Een paar jaar later, vijftien maanden getrouwd, stond hij bij haar graf. Weer alleen. Zij was de volgende geweest. Toch raakte het mannetje niet verbitterd. Integendeel, zijn vertrouwen in God werd er juist groter door. In die tijd kreeg hij ook een gedicht toegestuurd waarin werd gesproken over een schat die veilig is opgeborgen in de hemel, daar waar ze niet kan worden aangetast door verval of bederf. Hij wist het liefste wat hij had veilig bij zijn Vader in de hemel en dat troostte hem. Misschien dat hij daarom ook al weer snel toe was aan een nieuwe relatie. En wat voor een. Toen hij haar ontmoette wist hij het meteen: dit is ze. Iemand die uit ervaring wist wat verdriet in hield. Zij had immers haar verloofde verloren bij een auto-ongeluk. Het schiep een band. Want niet alleen het hebben van verdriet bleek samenbindend, juist ook de manier van er mee om gaan was bepalend voor hun gezamenlijke toekomst: God leid je leven, Hij weet wat goed voor je is, dus geef je maar aan Hem over dan komt het uiteindelijk goed. En na een strandwandeling klonk in de auto dit liedje van Esther Tims... |