Wind mee |
zaterdag 26 januari 2013 | |
'Wat een volk zijn we toch hè?' Ik zit even uit te rusten tussen twee rondjes Rottemeren door. Naast me een man van een jaar of vijftig die bezig is zijn schaatsen aan te trekken. Ik zie dat hij er met zijn blote voeten in gaat. Hij lacht. 'Ja, het lijkt wel alsof er niemand meer werkt.' 'Behalve de Koek en Zopie's dan...' knik ik. Even later zie ik hem voor me uit gaan, tegen de wind in. Zijn zoon moest vanmiddag naar De Uithof toe, voor schaatstraining, vertelde hij. Die had er wel een beetje de pest in. Kon goed schaatsen ook. Zo te zien had hij het van geen vreemde. Het is best druk deze vrijdagmiddag op de Rottemeren. Tenminste, gerekend naar het aantal vierkante meters ijs dat beschaatsbaar is. En dat is te merken ook want de scheuren worden steeds hinderlijker. Regelmatig zie ik mensen om mij heen op hun snufferd gaan. Tot aan een vrouw toe die sneeuw hapt. Ze kan er gelukkig zelf nog om lachen. Op het draaipunt nabij de Pekhuisbrug sta ik even stil. Vanaf hier gaat het weer voor de wind. Naast me staan twee vrouwen elkaar op de foto te nemen. Of ik hen beiden even wil vereeuwigen? 'Natuurlijk, ga maar staan. Maar daarna wel gaan schaatsen hè?', doe ik grappig. Ze beloven het. Richting de Roerdomp dan maar. Ik merk dat de meewind me vleugels geeft. Tegen een schaatster die met me op glijdt zeg ik 'Je moest eigenlijk altijd wind mee hebben.' Het lijkt haar ook wel wat. Maar tegelijk besef ik dat je wind in de rug dan ook niet meer op waarde kunt schatten. Geen pieken zonder dalen natuurlijk. Na anderhalf uur vind ik dat ik best een warme chocomel heb verdiend. Mét slagroom. Van de wal komen twee wandelaars die dezelfde gedachte hebben. Ook zij gaan aan de choq. Ik kan het niet laten en vraag of dat eigenlijk wel mag als je geen schaatsen onder hebt... Ze kunnen er om lachen. Ja, ik ben me er eentje. Bij de Roerdomp neem ik links de bocht richting Meerenbos. En dan slaat het noodlot toe. Voor ik het doorheb staat mijn linkerschaats vast in een scheur. Ik klap met een doodssmak voorover op het ijs, plat op mijn buik en glij nog wat meters door. Als ik opkijk, hopend dat niemand het zag, zie ik twee oudere dames op schaatsen voor mij staan. 'Gaat het?' vragen ze bezorgd. Ik krabbel overeind en sla de sneeuw van mij kleren. 'Nou, alles is nog heel geloof ik...' zeg ik bedremmeld. 'Daar ligt je portemonnee' zegt de een. 'Ik ben natuurlijk je moeder niet, maar je moet natuurlijk wel altijd je rits dicht doen.' Als ik haar vertel dat er in mijn trainingsjasje geen rits zit schudt ze meewarig haar hoofd. Die jeugd van tegenwoordig ook... Ik maak dat ik weg kom. Een praatje maken is leuk, maar je moet het natuurlijk niet overdrijven. Auw. Alles doet zeer... |