Op bezoek! |
donderdag 17 november 2005 | |
Hallo, Het is weer tijd om op de toetsen te klimmen, want papa zegt dat mijn weblog up to date moet blijven! Dus zal ik u weer wat vertellen over mijn drukke peuterbestaan. Zoals u misschien al gehoord heeft ligt oma de Wit in het ziekenhuis. Dat is natuurlijk heel naar voor haar, maar ook voor mij! Mama en ik gaan namelijk altijd op maandagochtend om negen uur bij oma een bakkie doen. Want aan het begin van de week komen wij altijd maar moeilijk opgang. Dus starten wij altijd bij oma met limonade met een rietje, koek, snoep, chips en een manderijntje. Ja, oma is zogezegd een echte verwenoma! Maar u begrijpt het al, maandag ging dat feest dus mooi niet door. Gelukkig kunnen we in het ziekenhuis ook bij haar op bezoek en daar zal ik u eens over vertellen. Woensdagochtend ging ik samen met mama bij oma op bezoek. We reden naar het Sint(!) Fransiscus Gasthuis. Ik wist de weg want ik was er vrijdag nog geweest, bij Hassan de Bikkel met zijn gebroken been (heb je trouwens al een kaartje gestuurd?) We waren er al snel want de rit verliep voorspoedig, we moesten wel ver lopen voordat we bij de lift waren. Ik keek eens in het rond en stond tussen allemaal lange benen, naast me stond een rolstoel waar een hele oude meneer in zat. Ik keek naar de meneer en tot mijn schrik begon hij met een bromstem tegen mij te praten. Hallo jongen, ik ben Sinterklaas! Mijn ogen werden groot van verbazing en rolden er bijna uit. Mama vroeg: 'Maar Sint waar is dan uw baard?' 'Ach mevrouw,' zei de Sint, 'heeft u vannacht de wind niet horen waaien door de bomen? Ik ben met mijn oude paard van het natte dak gegleden. Ik verloor mijn baard, mijn mijter en mijn mooie mantel.' Ik kon het bijna niet geloven, de Sint had alleen zijn witte jurk nog aan en onder die jurk staken bibberende grote blote voeten uit. (hij was gewikkeld in een laken). Vet cool hé, dat heb ik weer, sta ik zomaar even met de Sint in de lift en hij werd geduwd door een soort Pietzuster met hoofddoekje op, als die tenminste bestaan? Van schrik wist ik niets meer te zeggen mijn hart klopte in mijn keel. Vol bewondering bekeek ik hem van top tot blote teen. Ik was helemaal perplex en moest bijna opgenomen worden op de hartbewaking! Voordat ik het wist was de Sint met de Pietzuster uit de lift in het niets verdwenen. Tjonge, jonge wat dom van mij, dat ik Super Sam zo’n black out had……….. Ik had de Sint natuurlijk direct moeten vertellen dat ik zo graag die rode gave bestuurbare auto had willen hebben en die spelcomputer en die mountainbike met zijwielen, Oh ja en een hond voor mama. Ik dacht bij mezelf wat ben ik stupid, heb ik even een mooie kans gemist, dom hé! Ik keek nog in het rond dacht nog snel, 'zal ik een sinterklaasliedje zingen?' Maar helaas geen Sint meer te bekennen. Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan... Toen stopte de lift op de achtste etage. We stapten uit, op zoek naar oma. We hadden haar al snel gevonden, ze zat als een prinses op haar bed. Gelukkig is oma al een heel stuk opgeknapt. Ik vertelde haar direct dat de Sint vannacht met zijn paard van het dak is gegleden en hij alleen z’n witte jurk nog aan had. Oma wist niet wat ze hoorde. Natuurlijk kreeg ik gelijk chocolaatjes, pepermuntjes en een kaakje. Oma heeft vanaf haar bed een prachtig uitzicht op de skyline van Rotterdam. Ik kwam niet uitgekeken en ik ontdekte in de verte zelfs de Euromast, ja daar ben ik pas nog op geweest, heel, heel, hoog! Na een tijdje, begon ik me te vervelen, al die grote mensenpraat en ik moest natuurlijk weer een plas doen. Het is echt vreemd dat heb ik nou altijd als ik ergens ben. Mama vind dat heel vervelend, maar ik kan daar toch niets aan doen? Grote mensen hoeven zeker nooit te plassen……… Maar ik kreeg het voor elkaar, na oma een dikke kus te hebben gegeven zijn we weer huiswaarts gegaan. Thuis gekomen heb ik natuurlijk aan de hele familie mijn Sint avontuur verteld. Iedereen was reuze geschrokken! Uiteindelijk is het denk ik voor Sinterklaas met een sisser afgelopen, want tot mijn grote verbazing zag ik hem ’s avonds alweer op het Sintjournaal. Het is bijna niet te geloven, die oude arme man, hij had z’n mantel weer aan, z’n mijter weer op en zelfs z’n baard was weer aangegroeid. Het is een wonder, zo snel als die oude man weer is opgeknapt. Lieve oma, ik hoop maar dat u ook weer snel op zal knappen, zodat ik voortaan gewoon weer op maandag bij u op de koffie kan. Fijn dat u weer even bij mij langs kwam en ik mijn peuterhart bij u kon uitstorten. |