Prioriteiten |
zaterdag 24 januari 2015 | |
Ik nestel me in een makkelijke stoel en begin te lezen. Heerlijk! Echt zin in. Tegenover me ligt Rik op de bank met een tablet in zijn hand. Aan de bewegingen die hij maakt is te zien dat hij weer met zijn favoriete racespel bezig is. Dat lukt ook als je ziek bent, blijkbaar. Als ik een paar bladzijden op streek ben hoor ik hem zeggen: 'Hé pap, als u de tijd die u zit te lezen nu eens aan iets nuttigs besteed?' Nou ja... Als ik bij de bibliotheek vandaan kom, vrijdagmiddag om vier uur, stapt Ineke net vastberaden op het kippenhok af. 'Zo, gaat het gebeuren?' vraag ik. 'Ja, het is echt hard nodig.' Haar gezicht spreekt boekdelen. Er is zin gemaakt. Niet spontaan gekomen. Ik wens haar succes. Ik heb eindelijk het boek Zeewijk van Robert Haasnoot in bezit. Geleend, maar toch. Al een aantal malen had ik gelezen over Waanzee, de roman die Haasnoot schreef naar aanleiding van de gebeurtenissen met de zogenoemde Katwijkse Gekkenlogger. En dat verhaal is onderdeel van de trilogie Zeewijk, een samentrekking van Katwijk aan Zee. De plaats waar ik ben opgegroeid, dus dat trekt. Wel een beetje lastig dat Ineke net op dat moment besluit om het kippenhok schoon te gaan maken, maar ja, dat is niet anders. Hoewel, even later klinkt er een angstige gil uit de tuin. 'Kijk nou eens!' Ze laat voor het kamerraam een zompige plak klei-poep-rommel zien. Het barst van de maden... Inderdaad ja, hard nodig die schoonmaakbeurt... Inmiddels gaat bij mij het eigenlijke verhaal van Arend Falkenier beginnen. De matroos die werd ingewijd in Gods plan met deze wereld. Al lezende is het alsof ik een rasechte Kattukker (met die prachtige bilabiale W) het verhaal hoor vertellen. En ik zie de leden van het Wachttorengenootschap uit 'de stad' (Leiden) via de Roskambrug en de Zeeweg (ik woonde 60 jaar later linksaf achter het Waterloopje in de Prins Bernhardlaan!) via de Voorstraat naar de Boulevard lopen. Kippenvel staat op mijn armen. 'Nou, het ergste is weg, alleen die grote bult moet nog naar achteren worden geschept. Maar dat kan ik niet met m'n zere pols.' Ze is een dik half uur bezig geweest en vindt het mooi zo. Ze heeft groot gelijk. Ik beloof dat ik het morgen zal doen. 'Als het tenminste niet regent...' Vandaag, zaterdag, is het zeven graden, de zon schijnt en buiten staat een kippenhok. Ik voeg de daad bij het woord. Met een paar ferme scheppen is de bult weg. Ik vul het voer van de kippen bij, geef ze de rest zuurkool en spaghetti van de voorgaande dagen erbij, ruim het schuurtje netjes op, breng de waterdruk van de vloerverwarming weer op 1 bar en wissel de oudpapierdoos om. Hoppa! Zo, en nu snel verder lezen. |