Zaterdag |
zaterdag 09 september 2006 | |
Zaterdag 9 september 2006 'Geen zaterdag zo kwaad, de zon schijnt vroeg of de zon schijnt laat' Een uitspraak van mijn vader, en die had hem weer uit de volksweerkunde neem ik aan, die me mijn leven lang waarschijnlijk bij zal blijven. De strekking: op zaterdag zal altijd de zon wel even doorbreken. Je reinste flauwekul natuurlijk, want hoeveel zaterdagen heb ik al meegemaakt dat deze spreuk geen opgeld deed? Hoe dan ook, vandaag is er geen vuiltje aan de lucht. Prachtig mooi weer, lekkere temperatuur, wat wil een mens nog meer? Toen Ineke dus vanmiddag met Marjan het Zoetermeerse winkelgebeuren ging opzoeken stelde ik aan Rik, Bart en Sam voor om een stukje te gaan fietsen. Nadat ik vorige week tijdens de jaarlijkse fietstocht van de Albert van 't Hartwegvereniging een klapband had gekregen was er door fietsenmaker Jos in Berkel vakkundig een nieuwe binnen- en buitenband omgelegd dus we moesten nodig gaan uittesten of de lucht er deze keer wél in zou blijven. Omdat alleen Sam enthousiast reageerde stelde ik bovendien nog een ijsje in het vooruitzicht. Ik ken mijn pappenheimers... Om een uur vertrokken we met de wind in het gezicht richting het oosten. In Bleiswijk werd eerst de flappentap met een bezoek vereerd, want zonder geld geen ijs. Daarna zetten we koers naar de skiberg. Ik wist dat daar deze dagen een paardenconcours werd gehouden, dus het leek ons wel wat om dat met eigen ogen te gaan aanschouwen. Bij de reusachtige tent aangekomen die men daar overeind had getrokken bleek dat je niet zo maar het terrein op mocht. Dan maar verder naar het ijs. In het restaurant bij de skiberg hadden ze dat ruim voorradig. Op het terras konden we bovendien genieten van een paar skiërs die over de borstels naar beneden gleden. Daarbij ook twee kinderen in de leeftijd van Bart en Rik, dus die keken hun ogen uit. Toen we verder fietsten en om de skiheuvel heen trokken, bleek er aan onze rechterhand een voetpad richting het concoursterrein te lopen. Omdat wij toch redelijk nieuwsgierig zijn aangelegd en er nergens een verbodsbord of verbodsmannetje te vinden was konden we op die manier toch een glimp opvangen van een galopperend vierspan. Volgens de speakerstem, luid en duidelijk te verstaan, gaf dit span een demonstratie van de mogelijkheden. Het was er wel erg rustig vonden wij, maar dat kwam ook omdat een grote groep paarden bezig was met een parcours door Bleiswijk en Bergschenhoek van elf kilometer lang. Het duurde ons te lang om daarop te wachten dus we vervolgden onze weg. Die leidde langs de klimberg over de grond waar ik, samen met mijn broers, van 1983 tot 1988 geploeterd heb in de tulpen en de lelies. Weemoed overviel mij omdat ik moest terugdenken aan de lange dagen dat we daar in touw waren. We waren respectievelijk 26, 25 en 17 jaar oud toen we in 1983 dat oude bedrijf aan de Hoeksekade kochten. Het was op 1 november van dat jaar dat we begonnen met eerst maar het opruimen van de rotzooi die de vorige eigenaar had achtergelaten. Op de 27ste van die maand werd Nederland getroffen door een zeer zware storm. Het was in de nacht van zaterdag op zondag dat er in onze net gekochte kas meer dan duizend ramen aan diggelen gingen. De maandag erna zouden we gaan beginnen met het planten van de eerste lelies. Diezelfde maandag werd mijn vader geopereerd aan een hersentumor, een operatie onder narcose waaruit hij vier dagen later pas zou ontwaken. Al die herinneringen kwamen boven toen ik over dat stukje grond aan de Hoeksekade fietste... Zou dat nu komen omdat ik veertig ben geworden? |