Wedstrijdje |
dinsdag 25 april 2017 | |
‘Nee, ik eet allang geen vlees meer.’ De ontboezeming is van de man naast me. We zijn beide bezig met een aderlating. Bij de bloedbank welteverstaan. De vierwekelijkse plasmadonatie. Ik ben later aangeprikt dan hij, maar ik loop op hem in. Altijd weer dat wedstrijdje doen. De zusters zijn een tikkeltje hyper. Ze worden vandaag gecontroleerd. De inspectie loopt mee en kijkt ze bij alles op de vingers. Zelfs de doorgewinterde prikkers onder hen worden daar een beetje zenuwachtig van. Want nu móet alles volgens protocol. Ik zie ze dingen doen waarvan ik het bestaan niet wist. Buisjes bloed achtmaal schudden bijvoorbeeld. Ook een voorschrift. Ik herken dat wel. Als de AID of het WIT (bestaat dat eigenlijk nog?) voor de deur staat krijg ik ook altijd de kriebels. Of de Milieudienst. Wat zou er nu weer niet goed zijn? Maar voor de zusters bij Sanquin is het nóg spannender. Je zal er maar eentje aanprikken en het gaat niet goed. Soms kruipt het bloed nu eenmaal waar het niet gaan kan. Ik bedoel maar. Als ik met een knipoog opmerk: ‘Zo, hèhè, het wordt een keer tijd dat jullie gecontroleerd worden!’ is een vernietigende blik mijn deel. ‘Meneer van Egmond, mag ik uw geboortedatum?’ klinkt het streng. ‘En als u daar behoefte aan hebt dan mag u best een gesprek met ze aanvragen hoor!’ We lachen. De sfeer is goed, zoals altijd. Ik kom er graag. Geeft toch een beetje het gevoel dat je onder controle bent. Ze onderzoeken je bloed en als er afwijkingen zijn dan nemen ze contact op met je huisarts. En als je HB-gehalte te laag is dan tippen ze je om meer fruit te eten. Of een flinke biefstuk. Het zorgde ervoor dat ik al twee jaar lang dagelijks een appel en een sinaasappel naar binnen werk. Vóór die tijd lukte me dat niet. De niet-vleeseter naast me reageerde op het verhaal van de Belgische slachtvarkens die zo slecht behandeld werden. ‘Maar ja,’ zegt hij, ‘wie weet hebben planten ook wel gevoel.’ Ik verzeker hem van niet. ‘En ik ben tuinder.’ BLIEP! Hè, jammer. Net verloren. |