Kolonisten van Catan |
maandag 11 december 2006 | |
Maandag 11 december 2006 Bonk-bonk-bonk klinkt het op de muur met de buren. Snel loop ik naar het achterbalkon. Daar staat broer en buurman Piet. 'Gaan we nog Risken vanavond?' 'Even vragen', zeg ik en ik loop weer terug naar de kamer. Broer Bert, zus Janneke en haar vriend Ron Smits hebben er wel oren naar. Daarom weer snel teruggehuppeld naar achteren en weer is er een avond gevuld. Een hele vrijdag-, zaterdag- of zondagavond met z'n zessen om de tafel. Gezelligheid kent geen tijd. Zo ging dat begin jaren tachtig. Met een broer en schoonzus die, net getrouwd, pal naast ons in de flat aan de prins Bernhardlaan in Katwijk woonden en het ontbreken van een televisie in huize Van Egmond waren de perfecte randvoorwaarden aanwezig voor een rijk spelletjesleven. Grootgebracht met domino, mens-erger-je-niet en dammen, later uitgebreid met een tafelbiljart en tafelvoetbal, was de stap naar serieuzere spellen als Yahtzee en Risk snel gemaakt. Bij Yahtzee streden de ogen om de hoogste eer. Grote en kleine straten, Full Houses en Carré's, noem het en wij gooiden het. Met Risk werden hoogte- en dieptepunten afgewisseld door lachsalvo's waar geen gewonden bij vielen, maar waar de aanwezigen wel stuipen aan over hielden. Die joegen we vervolgens weer bij elkaar op het lijf op het moment dat we onze Risk-opdrachtkaarten te voorschijn haalden en met een achteloos gebaar op tafel legden om aan te tonen dat we onze missie glansrijk hadden volbracht. Hele oorlogen werden er uitgevochten. Blauwe, rode en gele legers lieten veldslagen aan het Oostfront en in Vietnam verbleken alsof daar slechts met flessen chloor was gegooid. Deze goede jeugdherinneringen komen bij mij boven als ik op zaterdagavond door Job en Klaas de spelregels van het edele Kolonisten van Catan krijg uitgelegd. Dit spel heb ik van de Goedheiligman gekregen en nu moet het er maar eens van komen. Omdat de jongens het al eerder hebben gespeeld ben ik degene die moet worden onderwezen en daar maken ze met graagte gebruik van. Vooral Klaas kwijt zich duchtig van zijn taak, zozeer zelfs, dat ik na vijf minuten uitroep: 'Kunnen we niet gewoon gaan spelen, want ik snap er nu al niets meer van!' Zo gezegd, zo gedaan en even later ben ik druk bezig met het aanleggen van straten, het plaatsen van steden en dorpen en het gooien met de dobbelstenen. Langzaam maar zeker begint het spel zich te vormen, op het bord en in mijn hoofd. Ik voel dat het inderdaad iets in zich heeft. Het pakt me. Koortsachtig probeer ik mijn puntentotaal te verhogen door de juiste grondstoffen in te slaan en op tijd weer te verkopen voor straten, dorpen en steden. Volgens Klaas gaat het erom 15 overwinningspunten te behalen en op een gegeven moment sta ik al op 14. Nog maar 1 te gaan! Maar helaas, nergens kan ik meer een dorp plaatsen want het bord staat al zo vol... En ook Job en Klaas komen niet aan de 15 punten, hoe goed ze ook hun best doen. We zijn onderhand al anderhalf uur bezig, maar dat mag de pret niet drukken. Ik neem toch nog maar even de spelregels ter hand. 'Verrèk', zeg ik, 'hier staat dat degene die 10 overwinningspunten heeft de winnaar is!' Het mag duidelijk zijn: Voor de Kolonisten van Catan is in Huize Van Egmond nog een wereld te winnen... |