Rust |
dinsdag 22 mei 2018 | |
Als ik de auto heb geparkeerd op de halfronde oprit zie ik dat het grote hek dicht is. Maar ook een bordje met de mededeling dat links om de hoek een ingang is voor bezoekers. Ik pak hark en emmer uit de kofferbak en sluit de auto af. Piepend gaat het hekje open. Tussen coniferen en een heg volg ik een pad dat bij de aula uitkomt. Even denken nu. Het is alweer een tijdje geleden. Volgens mij het tweede pad links. Een zingende merel moedigt me aan. En inderdaad, na twintig meter herken ik het weer. Hier rechts is de plaats waar mijn vader ligt. Ik zie de steen waarin zijn naam is gebeiteld. Geboortedatum. Zijn overlijdensdatum, 19 mei 2008. Een bijbeltekst. Vóór de steen, al even eenvoudig, witgrijs grind. Een paar weken geleden had mijn moeder gezegd dat er nodig onkruid moest worden getrokken. En als het even kon ook aanharken. ‘Ik wil het zelf wel doen, maar het kost mij veel moeite.’ Niet zo gek als je bijna 91 bent. O, ze zit nog op de fiets naar het dorp hoor, maar bukken of door je knieën gaan is toch wat anders. ‘Komt goed ma, ik neem de volgende keer wel een hark mee en ik haal het onkruid weg.’ Om me heen zie ik rust. Bomen die de eerste bloesem laten vallen, als was het een sneeuwbui. De plaats nodigt uit tot bezinning. Terugkijken. Herdenken. Hier ligt een man die altijd voor zijn gezin in de weer was. In een tijd dat het hebben van acht kinderen niet vreemd maar ongetwijfeld ook zwaar kon zijn. Het was niet van weelde dat hij er een behoorlijke groentetuin op na hield. In de wintermaanden werd er boerenkool geteeld. En dat bracht soms serieus geld op. Net als de peterselie in het late voorjaar. Maar ik heb ook weleens stukken bonenkruid omgeschoffeld omdat het doordraaide. Ik ga op mijn knieën zitten en haal het onkruid weg. Ik zie het hem nóg voordoen toen ik klein was. Wat ging dat vlug. Veel leuker ook dan dat je het in je eentje moest doen. Ja, aandacht van je vader doet je goed. Ik hark de steentjes aan. Het is weer netjes. Tot ziens pa. Ooit. Tot ziens. |