Mexicaanse griep |
donderdag 05 maart 2020 | |
In 2009 hadden we te maken met de Mexicaanse griep. De angst was dat het een wereldwijde catastrofe zou worden. Ik schreef er toen eind juli een column over op de website van het Vakblad voor de Bloemisterij. Ik moet in deze tijd van Corona terugdenken aan die column, mede door een ingezonden in het Nederlands Dagblad van vandaag. Dit is de tekst: Het is maandag 2 november 2009. Ik loop om half twee 's middags nog maar een keer naar voren en kijk op Floranet of de bloemen al geveild zijn. Nóg niet... Het moet toch niet gekker worden! Even gebeld naar de veiling. Wat blijkt? Alle bloemen worden op één klok geveild! Omdat er zo weinig zijn? Nee, er is maar één veilingmeester, één opsteker en slechts 10 procent van de kopers kwam vanmorgen opdagen. De rest lag ziek in bed. Mexicaanse griep... Horrorscenario's houdt men ons voor. Uitval van bussen en treinen. Langere aanrijdtijden van ambulances. Storingen in de levering van gas en elektra. En obers en serveersters die u in een restaurant het hoofdgerecht voorzetten en meteen de hele tafel onder kotsen. Eet smakelijk! Het doet een beetje denken aan zo'n cruiseschip waar het Noro-virus uitbreekt. Zit je gezellig met z'n allen in de filmzaal, aan de maaltijd of langs het zwembad, gaat de een na de ander met een benauwde blik in de ogen richting reling. Blijkt het er aan de achterkant ook uit te komen... Klaar ben je. Het zal je toch gebeuren zeg... Heb je voor Allerheiligen een prachtige tuin met bloemen klaarstaan, zegt het ene na het andere personeelslid af. Sta je er helemaal alleen voor! En net als de prijzen weer een beetje opgekrabbeld zijn. Want ja, al die zieke mensen in Europa verdienen natuurlijk wel een bloemetje. Dat wordt dus overuren maken. Twintig jaar geleden was er niks aan de hand geweest. Toen spoten we zonder masker nog allerlei bestrijdingsmiddelen die nu uit de handel zijn. Daar snoof je natuurlijk wat van naar binnen en daar bouwde je dan weerstand mee op. Ik zie mezelf nog lopen met een houten bord naast mijn Grammoxone-spuitende vader. Stel je voor dat de plantjes ernaast geraakt zouden worden... 'Láger Kees! Zo gaat het er onderdoor. Houd je adem maar in!' Griep? Daar lachten we toen om. 's Nachts was je er wel even uit geweest om over te geven maar dat kwam omdat je iets verkeerds had gegeten. Of te laat naar bed gegaan. Nee, dan moest je 's morgens maar even een beschuitje eten met een koppie slappe thee, dan ging het vanzelf weer over. Kon je om negen uur weer aan de slag. Want die tulpen moesten er wel uit. Niet aanstellen hoor! Ik ben benieuwd of de onheilsprofetieën gaan uitkomen of dat dit zo'n voorbeeld is waar onderstaand oudhollands versje op doelt. We wachten het maar af. Geen zorgen voor de dag van morgen. Aan die van vandaag hebben we onze handen meer dan vol. Wel regelmatig wassen trouwens, die handen... Een mens lijdt dikwijls 't meest |