Nestjes |
dinsdag 07 juli 2020 | |
Ja, hier zou het toch ongeveer moeten zijn. Bij dit kruisschoor. Maar zitten ze dan in dit bed, of in het volgende? Ik snijd rustig door. Opeens gefladder. Een vogel vliegt op, langs me heen. Ik voel kippenvel op m’n arm. Tóch in het volgende bed bloemen dus. Vlak naast me. Voorzichtig buig ik wat kamilletakken opzij. Ja, verdraaid joh, daar ligt het nestje. Vijf wijd opengesperde snaveltjes bedelen om voedsel. Helaas, dat kan ik ze niet geven. Wel maak ik snel een foto en ik buig de bladeren er weer overheen. Laat een stukje bloemen staan. Hopen maar dat vader en moeder terugkomen, want zonder hen wordt het een lastig verhaal voor deze kleine kwikstaartjes. Ik reken snel uit dat we over twee weken hier pas hoeven te stomen, dus dat moet tijd genoeg zijn voor het grut om uit te vliegen. Het is niet de eerste keer dat ik een nestje tegenkom in de kas dit jaar. Tot tweemaal toe al verstoorde ik er een in aanbouw. Nu is het kennelijk wél gelukt om eieren te leggen en uit te broeden. De geschiedenis herhaalt zich. Bijna elk jaar wordt onze kas uitverkoren als kraamkamer. En als ik de foto’s op Twitter mag geloven zijn wij niet de enige. Kwikstaartjes nestelen graag tussen bloemen en planten. Koolmezen, merels en huismussen doen dat anders. De eersten hadden het nestkastje in de tuin geannexeerd. De merels kiezen liever een hoge boom uit. En de laatsten doen hun naam eer aan: onder de dakpannen, in een heel klein gaatje, vindt de mus een huis. Veilig voor eksters en katten. Slimmerds. Met de koolmezen liep het niet goed af. Op een dag bleef het stil in het nestkastje. En toen ik voorzichtig keek zag ik heel veel mieren. Alle meesjes waren dood. Waardoor? Geen idee. Ik vind op internet niks over dood door mieren, dus die zullen later gekomen zijn. Een paar dagen later loop ik weer naar het kwikstaartnestje. Het is er angstig stil. Al uitgevlogen, of… Ach, kijk nou, allemaal dood. Toch teveel verstoord? Zijn pa en ma kwikstaart bang geworden? Daar gaan m’n goede bedoelingen. |