Boek |
vrijdag 02 juli 2021 | |
Iedereen die een auto op leeftijd rijdt kent het dilemma: Ga je nog een keer repareren, of kun je beter een nieuwere kopen? Voor die keuze stonden wij vorig jaar ook. Blijven we doordraaien met deze 25 jaar oude padoogster, of keren we de schoenendoos om? Er bleek genoeg in te zitten, dus een nieuwe moest er komen. In oktober kwamen we tot overeenstemming met zo’n beetje de enige fabrikant die er nog is en waar we al vanaf 1993 een band mee hebben. Ik zei nog: ‘De bloemen brengen best geld op en onze relatie is goed, dus je mag er ook gerust iets op verdienen.’ Dat helpt, dacht ik er nog bij. Het duurde tot eind maart voordat de machine werd geleverd. Gelukkig hadden we er nog eentje draaiende, dus dat was niet direct een probleem. ‘We staan nog niet stil!’ zei ik dan. Maar toen de oogster eenmaal geleverd was en ik alles nog eens goed bekeek bleek dat van onze specifieke wensen weinig was verwerkt in het nieuwe spul. Een niet te tillen achterwagen, een lastig schuin staande afraapband die ook nog eens te breed was en wielen helemaal op de kopse kant zodat een hoekje om gaan een chauffeursdiploma vergde. Ik begon geïrriteerd te raken. Tot overmaat van ramp ging de oude oogster steeds meer kuren vertonen. Snaren kapot, de binder bond niet goed meer, na een reparatie te losse snaren en weer eentje geknapt, ik werd er gek van. En altijd als het niet uitkomt. Inmiddels zijn we half juni en is nog steeds de nieuwe oogster niet geleverd. Ik besluit er toch een column aan te wagen. Alhoewel ik er een boek over zou kunnen schrijven. Naschrift: De oogster is op 29 juni geleverd en draait. De vlag hangt uit! |