HAVO 4 |
vrijdag 05 oktober 2007 | |
Vrijdag 5 oktober 'Ik doe nu meteen al goed m'n best, want ze zeggen dat de eerste toetsweek de belangrijkste is. En als je tijdens de lessen goed oplet en mee doet dan kun je daar al punten mee verdienen. Dan begin je al met een 2 terwijl de toetsen nog moeten beginnen.' Mijn oren vallen bijna van m'n hoofd. Is dit dezelfde zoon die vorig jaar op het eind nog een aantal cijfers op moest halen? Wat is er gebeurd? Dezelfde avond worden de ouders van de HAVO 4 leerlingen op school verwacht voor een gesprek met de mentoren. Na een gezamenlijk begin in de aula gaat ieder zijns/haars weegs. Die van ons leidt naar lokaal A31. Vrijgemaakter kan haast niet. Als ik plaats neem op een stoel achter een tafeltje dan waan ik me ruim 25 jaar terug in de tijd. MAVO Rijswijk. Trompetstraat. Ik zie mezelf weer zitten bij handelskennis. Meneer Blom. Ach, wat hebben we die arme man gepest. Het schaamrood komt me weer op de kaken. Maar ja, het moet gezegd, hij had ook geen leraar moeten worden. Waarom vertelde niemand hem dat? Ik hoop dat het hem nu goed gaat. De mentor laat ons eerst maar eens vertellen wie we zijn en hoe onze lieverdjes heten. Heel slim. Weet-ie natuurlijk meteen wat voor vlees hij in de kuip heeft. De tweede die zich voorstelt blijkt ook nog eens op de plaats van zijn zoon zijn gaan zitten. Zonder dat hij het wist! Of zijn zoon ook op hem lijkt! Vervolgens krijgen we uitleg over de opbouw van het schoolseizoen. Zesmaal zes weken met daarna telkens een toetsweek aan het eind. Vier weken lang goed opletten in de les, in week vijf het maakwerk afhebben en dan de zesde week gebruiken voor het leerwerk. En het toverwoord blijkt 'plannen'. Goed je tijd indelen, op tijd je werk af hebben, zodat je daarna niet dubbel zo hard je best hoeft te doen. Een moeder verzucht dat haar dochter nu al gestresst is. En de mentor doet er nog een schepje bovenop: Als je perfectionistisch bent ingesteld, dan krijg je het heel moeilijk dit jaar. Het gaat om de grote lijnen, niet om de details. Richt je op wat belangrijk is. De mentorgesprekken zijn een verhaal apart. Als het goed met je gaat dan spreek je je mentor weinig. Gaat het niet goed, dan kun je een abonnement bij hem afsluiten. En een mentor probeert te stimuleren, vraagt wat je dwars zit, geeft je op je falie als je je best niet doet en een aai over je bol als de zakkende lijn weer een knik naar boven laat zien. Het is net een vader of moeder... Bij thuiskomst vind ik hem op de bank. Voetbal op teevee. Hoe het was. In het kort doe ik verslag. Vertel hem dat de eerste toetsweek wel belangrijk is, maar niet de zwaarste. Dat hij gelukkig ook niet perfectionistisch is. Hij lacht. Zijn goede voornemens klinken weer. Veelbelovend. We zullen het gaan zien. Ook deze zoon lijkt op zijn vader... |